Studiedag op zaterdag 19 maart 2011 te Groningen met het onderwerp: De uitleg van het boek Jona. De sprekers waren Bert van der Woude, voorzitter van de SDN, en Klaas Spronk, hoogleraar Oude Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit Kampen.
De lezing is hier te beluisteren. (Groot MP3-bestand van 38 MB, downloaden kan even duren, afhankelijk van uw verbindingssnelheid)
Impressie van de plenaire vergadering met nagesprek en vragen
Drs. Bert v.d.Woude heeft zich in de ochtendzitting beziggehouden met de vraag wat of het betekent dat Jona zich in de vis bevindt. Voor hem betekent dat vooral dat Jona als mens, als profeet zijn verantwoordelijkheid ontloopt om door zijn vlucht in de vis te ontdekken wie hij is, wat hem in het leven te doen staat. De vis is de plaats van de wedergeboorte tot volkomen mens worden.
Prof. dr. Klaas Spronk probeert antwoord te geven op de periode dat Jona uit de vis komt. Drewermann heeft daarop zijn geëigende antwoorden gegeven. Ze vinden hun grond in grondig historisch-kritisch Bijbelonderzoek, maar kennen ook een belangrijk waarde toe aan analytisch-psychologische en psychotherapeutische inzichten en kennis van de mythen, legenden en sagen van het wereldtoneel. Spronk wijst ons erop dat voor de benadering van Drewermann veel dichter ligt bij de schriftbenaderingen die nu opgeld doen. Hij spreekt van splitsen. Er wordt een onnodig grote tegenstelling tussen Drewermanns’ benadering en die van de literaire, de lezersgeoriënteerde en contextuele leesbenadering verondersteld. Ondanks een zekere monomanie in de benadering van Drewermann wees Spronk op de aanvullende betekenis ervan.
Tijdens het nagesprek komt een aantal vragen aan bod die vanuit de vier gespreksgroepen naar voren waren gekomen.
De eerste vraag aan beide sprekers gaat er over hoe Jona uit de vis komt volgens Drewermann. De vraag is volgens V.d. Woude hoe je er als individu uitkomt. Hoe kom je uit je ellende? Maar ook hoe komt het dat je in ellende raakt. Drewermann geeft aan dat Jona door de vis wordt uitgespuwd. Hoe kom je in het leven weer overeind? Door het gesprek met andere mensen aan te gaan. In het holst van de walvis omgeven door spek voelt Jona zich aanvankelijk geborgen en veilig. Maar daarin neemt hij geen verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven. Gaandeweg ontdekt hij dat de walvis een monster is, een onveilige plek. Hij dient zijn verantwoordelijkheid te nemen.
Drewermann wijst er in zijn exegese op dat de gang der hemellichamen een teken is van de wedergeboorte. Dat mag ene teken voor ons leven zijn. God bewerkstelligt uiteindelijk deze oerbewegingen. Op het niveau van het individu openbaart God zich in de mens en de medemens. In de voortdurende wisselwerking tussen God en mens openbaart zich zijn aanwezigheid in tijden van lief en leed. Spronk wees er nog op dat de mens door zijn lijden verandert. Bovendien viel het hem op dat in de boeken van Drewermann God weinig wordt genoemd. Het blijft wel erg een mensenkwestie.
De tweede vraag komt met de vraag wat er met de vis is gebeurd in de andere tekstbenaderingen dan die van Drewermann. Dan blijkt dat het zingen van de psalm een belangrijke plaats inneemt. Dat zegt overigens meer over God dan over Jona. Probleem aan het verhaal blijft ook het open einde, de open vraag. Hoe voelt Jona zich nu na afloop van zijn avontuur? De vraag is dan ook: lezer wat vind jij ervan? Wij als lezers dienen ons ieder op onze eigen wijze en in onze eigen situatie te verhouden tot dit verhaal van Jona. Dat vergt het formuleren van een eigen voorlopig antwoord. Is het gebed een uitvlucht of niet? De tekst van het verhaal vraagt om een invlechten in onze eigen werkelijkheid.
De derde vraag stelt het in de vis zitten centraal. Het uit de wereld stappen van Jona. Afstand nemen van Jona is problematisch. Wat kun je als individu doen aan het grote leed van de wereld? Van der Woude memoreert de uitspraak: al kun je maar één mens redden, dan red je de hele wereld. Het gevaar blijft aldus Spronk bestaan dat dit verhaal te veel uitnodigt tot psychologiseren. Storm, vis, wonderboom en worm. Drewermann kan je uit je tunnelvisie halen, maar dat geldt eveneens voor de andere benaderingen. Het gaat erom dat je door de tekst en de uitleg ervan bij jezelf vandaan kan komen en de werkelijkheid opnieuw kan beleven.
De vierde vraag behelst de kwestie van de benadering van Drewermann in het theologisch curriculum. Spronk geeft aan dat hij zijn studenten er op wijst dat de meer psychologische benadering van Drewermann zijn waarde kent, maar je moet oppassen voor monomanie. De literaire, lezersgerichte en contextuele benaderingen dienen wel degelijk uitgangspunt te zijn bij de voorbereiding van een preek. Er bestaat nu niet zoiets als een blok theologie Drewermann in het curriculum. Daarvoor heeft helaas het splitsen de laatste decennia te zeer zijn werk gedaan. Al met al was het een waardevolle dag met enthousiaste sprekers en actief meelevend publiek in het mooie Groningen. Voor herhaling vatbaar.
Johan Reijmerink