Thema: Maarten Luther
Hier kunt u de toespraak beluisteren die Drewermann hield op de studiedag SDN van 6 oktober 2012 in Ede.
Korte impressie
Precies vijf jaar na de officiële oprichting kwam 6 oktober de Studiekring Drewermann Nederland voor de elfde keer bijeen voor een studiedag. (Waar hebben we het in die vijf jaar allemaal niet over gehad? Het werk van Drewermann blijkt een onuitputtelijke bron van studie-onderwerpen. Helder voor de geest staan nog de studiedagen over dromen, neurologie, psychotherapie, de Egyptische mythologie, de Tien Geboden, Jona, het bestaan van God, de verzoening, de Kleine Prins.)
Vandaag zou dr. Eugen Drewermann er weer bij zijn in Ede, net als vijf jaar geleden, en hij zou spreken over Maarten Luther. Eén van zijn, zo wisten we, geliefde onderwerpen. Hoe vaak is hem niet gevraagd wanneer hij aan zijn Lutherboek zou beginnen?
Hij werd ingeleid door drs. Klaas Touwen, evangelisch-luthers predikant uit Arnhem, die in kort bestek, maar nauwgezet en niet zonder humor, sprak over Luther en de ontwikkeling van het Lutheranisme in Nederland. Die was volgens hem sterk bepaald door de calvinistische omgeving.
Hij slaagde erin scherp de verschillen tussen het Calvinisme en het Lutheranisme uiteen te zetten. Hij ontkwam er niet aan ook de discussies over het (vermeende) antisemitisme van Luther aan de orde te stellen.
Een boeiend verhaal en een uitstekende gedachtebepaling voor de lezing van Drewermann.
Als intermezzo zong Mar van der Velden vervolgens een lied over Maarten Luther in één van zijn donkerste perioden, als hij op de Wartburg als vogelvrijverklaarde moet schuilen. Dreesmann zou even later zeggen: “als een geplaagd mens: ontstoken ogen, ingevallen wangen, een verwilderde baard, iemand van wie alles is afgenomen.”
Drewermann verdeelde zijn lezing helder, als een ouderwetse gereformeerde preek, in drieën aan de hand van Luthers kernbegrippen: sola gratia, sola scriptura en sola fide. De eerste twee vóór, de laatste na de pauze. Hij liet ons zien dat deze drie begrippen – mits vertaald en ontdaan van hun dogmatisch omhulsel waardoor de psychologische betekenis weer zichtbaar wordt – uiterst actueel zijn voor mensen van vandaag.
Een mens kan niet werkelijk leven zonder de genade (d.i. liefde, acceptatie, aandacht), de Schrift (d.i. de daarin in mythologische taal gedane verzekering dat die liefde geen enkele tegenprestatie verlangt) en het geloof (d.i. het vertrouwen dat we daardoor individueel gedragen worden, ons leven lang, ja zelfs over de dood heen).
Terwijl Eugen Drewermann zich in de pauze geduldig zette aan het signeren van zijn boeken, werd bij de koffie en de thee een feestelijk gebakje geserveerd met daarop de letters SDN 5, refererend aan het lustrum.
Om na de overvloed van woorden even op adem te komen speelde Mar van der Velden een pianobewerking van “Nimrod” uit Elgar’s Enigma variaties, waarna Drewermann nog enige vragen beantwoordde.
Zo ging hij in op de vraag naar de verrijzenis, voor hem een geestelijke opstanding, een gang naar een geheel andere wereld van waarheid en licht.
Hoe is God in deze tijd geloofwaardig te maken voor jonge mensen? Drewermann herinnerde aan eerdere uitspraken deze dag over liefde, het vertrouwen in jezelf, en het je gedragen weten door de aandacht van anderen.
Ten slotte kwam er een vraag over het samengaan van geweld, overheid en kerk. Drewermann kon niet anders dan op Jezus wijzen, die zelf de geweldspiraal van de Romeinen probeerde te doorbreken door zijn eigen opdracht te leven.
Daarmee sloten we een prachtige middag af waarin Touwen en Drewermann, ieder op eigen wijze, een boeiende tekening gaven van Luthers denken en zijn moedige opstelling tegenover de machten die ons ook nu nog altijd trachten te beheersen. Beide lezingen staan in de Nieuwsbrief van november 2012 afgedrukt.
Bij het afscheid herdacht Bert van der Woude de onlangs overleden Kees Korenhof, uitgever van Meinema. Hij heeft voor de verspreiding van het werk van Drewermann in Nederland veel betekend.
De voorzitter bedankte de sprekers hartelijk en overhandigde hen als fysieke blijk daarvan een echt Edes brandnetelkaasje, waarvan de Duitse vertaling hem op dat moment niet direct wou te binnen schieten. Ook Henk Krikke en Arie Blanken werden in het dankwoord betrokken. Zij verzorgden het huishoudelijk deel van de dag weer op voortreffelijke wijze.