Von Not und Gier
Grimms Märchen tiefenpsychologisch gedeutet
Eugen Drewermann
Vier Erstinterpretationen
Patmos 2018
232 pagina’s
ISBN: 978-3-8436-1062-9
€ 29,00
Drewermann interpreteert in dit boek de volgende vier ‘Kinder- und Hausmärchen’ van Grimm: Der Fischer und syne Frau; Von dem Mäuschen, Vögelchen und der Bratwurst; Strohhalm, Kohle und Bohne und Die Geschenke des kleinen Volkes. Deze sprookjes schilderen mensen of wezens die met zichzelf en hun levensomstandigheden eigenlijk wel tevreden kunnen zijn, maar het toch niet zijn. Drewermann gaat de oorzaken grondig na.
“Begeerte! Wie altijd kritisch is over het kapitalisme, zonder het economische systeem van de ‘vrije’ markt werkelijk te begrijpen, komt niet verder dan: Al het onheil ontstaat doordat de mensen ‘zo’ zijn! Ze zijn mateloos in hun eisen, zij krijgen nooit genoeg. ‘Hoe meer hij heeft, des te meer hij wil’, zegt het spreekwoord. Alleen als ‘de mens’ zich zou veranderen, zou ook de toestand van de wereld zich kunnen verbeteren. Maar: Hoe verandert zich de ‘mens’?”
“Begeerte ontstaat doordat zij uit louter minderwaardigheidsgevoelens ons sociaal probeert uit te rusten met onverzadigbare hebzuchtachtige aanspraken. De begeerte verlangt sociaal-politiek een soort gerechtigheid die allen onrecht doet, doordat zij met de eigen aard van anderen te weinig rekening houdt. Zij klampt zich met de dood voor ogen psychologisch aan het geluk vast. Zij zoekt de resterende tijd van leven op aarde, met lol, genot en amusement uit te buiten. In wezen wortelt alle begeerte in het probleem, dat ontologisch de nood van ons hele bestaan is: wij zijn er, maar slechts totdat we teruggeroepen worden, toevallig, niet noodzakelijk, totaal incidenteel. De begeerte als God te worden, eindigt alleen door vertrouwen in God. Pas dan zijn wij in staat het leven angstvrij als geschenk door te geven. Wij hoeven niets meer te hebben, want met deze kijk op het leven hebben wij niets te verliezen.”