Ga naar de inhoud
Home » Blog » Religie is meer dan kinderlijk geloof in een onzichtbaar opperwezen

Religie is meer dan kinderlijk geloof in een onzichtbaar opperwezen

Trouw 8 november 2022
Reactie van Herman Koetsveld op een artikel van Paul de Bont over de vergelijking van religie met complottheorieën

Herman Koetsveld in Trouw: Religie is meer dat kinderlijk geloof in een onzichtbaar opperwezen
Herman Koetsveld, predikant Westerkerk Amsterdam, PKN, cultuurtheoloog, koetsveld&odaci, publicist, ooit stadsdichter van Hengelo

Paul de Bont schreef een prikkelend opinieartikel waarin hij religie vergeleek met een complottheorie. “Een complottheorie is een onbewijsbaar geloof in een werkelijkheid die de mens en de wereld regeert. En hier komen we aan de balk die we weigeren te zien. De meeste religies voldoen aan deze definitie, met onbewijsbare beweringen die veel gelovigen voor waar houden”, aldus zijn centrale stelling (Opinie, 1 november).

Hij eindigt met een vraag, kennelijk gericht aan alle gelovigen en dus ook aan mij als vertegenwoordiger van de christelijke traditie: “Waarom voelt u zich dan zo superieur?” Om maar met die laatste vraag te beginnen: ik voel mij allesbehalve superieur. Maar ik snap heel goed dat hij dit woord richting gelovigen, van welke ‘soort’ dan ook, gebruikt.

Want ja, eerlijk is eerlijk, zijn redenatie klopt bij eerste lezing als een bus: zowel aanhangers van complottheorieën als die van de religies maken gebruik van onbewijsbare uitgangspunten. Rik Peels en Kees van der Kooi slaan dit punt in hun reactie op De Bont (Opinie, 4 november) tot mijn verbazing compleet over. Mijn gedachte is dat zijn punt precies de kern is van de secularisatie: iedereen die haar/zijn verstand gebruikt, kan niet langer geloven in dat opperwezen-achtige figuur dat naar believen ons persoonlijke, maatschappelijke dan wel mondiale leven stuurt of langs een eerder bedacht goddelijk plan aan het uitrollen is.

Mijn persoonlijke en onvermijdelijke geloofscrisis kreeg na drie jaar Bijbelschool en 8,5 jaar theologiestudie zijn apotheose in vijf woordjes. Die waren van Eugen Drewermann, de Duitse theoloog/psycholoog, die stelt dat geloof en theologie verworden zijn tot ‘ervaringsloos spreken over vreemde ervaringen’. Precies dus wat ook Paul de Bont signaleert. Vreemde ervaringen: Jezus die over water loopt, doden die worden opgewekt, een hemel ‘hier boven’ die soms zo maar even open gaat. En zo veel meer.

En ik was dus opgeleid om daar ervaringsloos over te spreken. Want die ervaringen heb ik niet in feitelijke zin. Ik moest weer helemaal opnieuw beginnen. Een onvermijdelijke reis door de crisis van het niet-weten, van het loslaten van ooit opgelegde geloofssystemen die ‘de waarheid’ zouden bepalen, en meer.

Niks geloven, alleen jezelf nog overhouden, dat blijkt geen doen

Ik herinnerde mij in die fase de wijsheid van mijn leermeester Okke Jager aan wie ik veel te danken heb. Hij stelde dat talloze gelovigen blijven hangen in een ‘eerste naïviteit’. Dat is het gelijk van Paul de Bont. Maar het onvermijdelijke loslaten van die ‘kinderlijke’ geloofssystemen (persoonlijk, maar inmiddels ook maatschappijbreed) voert ons door een geestelijke leegheid die zijn weerga niet kent. En ja, daarin kan de grootste gekkigheid, van religieus gedachtegoed tot waanzinnige complotgedachten, aantrekkelijk worden. Niks geloven, alleen jezelf nog overhouden, dat blijkt geen doen.

Symboliek

Maar in dat geestelijke vacuüm kan ook iets verrassend nieuws ontstaan. In mijn geval was dat het zalige inzicht dat de geloofsverhalen waarmee ik ben opgevoed niet waar zijn, omdat zij in historisch zin zo gebeurd zouden zijn – we weten daar op de keper beschouwd inderdaad maar bar weinig van. Maar ze zijn waar omdat ze de verbeelding zijn van wat in ieders mensenleven kan gebeuren. Hier en nu dus.

Het verhaal van Jezus die bij storm en in het duister van de nacht over het water tot zijn leerlingen komt, wordt losgezongen van elke ‘complotgedachte’ als begrepen wordt dat de symboliek ervan één op één verbonden is met de grote thema’s van ons leven, waarin zoveel stormt, zo veel duister is en dus zoveel angst is. En dan daarbij te weten dat de ‘zee’ het beeld is van de grondeloosheid van ons bestaan.

De ontdekking van deze ’tweede naïviteit’, de Bijbel te lezen als een groots boek, gevuld met de verbeelding van alle menselijke levenservaringen tezamen, over telkens ondervonden kracht van vertrouwen, hoop en liefde, maakt niet superieur, maar dankbaar en hoopvol.

Herman Koetsveld predikant Westerkerk Amsterdam

2610