op basis van zijn oeuvre
door Aart de Groot
Dwarshoofd, rebel of ketter?
In 1994 verschijnt Was ich denke van Eugen Drewermann. Daarin kijkt hij terug op de ontwikkeling in zijn denken en op de strijd, die hij een decennium lang binnen de katholieke kerk heeft gevoerd.
Hij is inmiddels ontheven uit zijn ambt als privaatdocent aan de katholieke hogeschool in Paderborn (1991), gevolgd door een preekverbod en een schorsing als priester (1992).
Hoe kon dit gebeuren? Is Drewermann een dwarshoofd, een rebel, een ketter?
Zelf merkt hij op: ‘Nee, ik heb geen plezier in ruzie. Integendeel, ik heb een groot verlangen naar harmonie en een goede verstandhouding. (..) Wie de vrijheid van denken en de ontwikkeling van persoonlijke gevoelens voor wezenlijk houdt, raakt onvermijdelijk in conflict met alle vormen van autoritair bestuur in kerk en samenleving.’
Kapelaan in Bad Driburg
Drewermann ziet het priesterambt als dienst aan de gelovigen. Maar al gauw blijkt na de wijding in 1966, dat de priesteropleiding hem niet die inzichten heeft gegeven, die hij nodig heeft om zijn pastorale taak als kapelaan in Bad Driburg uit te oefenen. Hij wordt bijvoorbeeld geconfronteerd met echtscheiding, homoseksualiteit en abortus. De kerk heeft geen adequaat antwoord op deze problemen.
Drewermann vervolgt zijn inleiding in Was ich denke met: ‘Het is de leerzame les van de zalm, dat men pas werkelijk vruchtbaar is, als men terugkeert tot de plaats van zijn eigen oorsprong. Maar daarvoor moet men wel honderden mijlen tegen de stroom in zwemmen, de hele weg terug, waarover men zich eerst achteloos heeft laten wegdrijven’.
De menselijke dimensie
Drewermann stopt met zijn werk als kapelaan en begint in 1969 een studie in de school van de neo-psychonalyse van H. Schultz-Hencke in Goldbrunn bij Göttingen. Deze studie veroorzaakt na enkele trimesters een crisis in zijn theologisch denken. De kloof tussen de kerkleer, in het bijzonder de offertheologie, en zijn eigen psychologische inzichten wordt gaandeweg groter. Hij besluit om opnieuw de theologie van de bijbel te onderzoeken en wel met behulp van de psychoanalyse en de filosofie.
De structuren van het kwaad
Drewermann gaat zich in 1972 in Paderborn wijden aan een proefschrift. Hij verdiept zich in de mythische verhalen uit het begin van de bijbel, Genesis 2 – 11, de zogenaamde jahwistische oergeschiedenis.
Hij blijkt in staat de bekende verhalen over het paradijs, de zondeval van de mens, de broedermoord, de zondvloed en de torenbouw van Babel opnieuw te interpreteren vanuit de filosofie, theologie en psychoanalyse.
Drewermann legt in de jaren 1975 tot 1978 zijn bevindingen neer in het driedelige werk Strukturen des Bösen. Die jahwistische Urgeschichte in exegetischer Sicht (deel I), in psychoanalytischer Sicht (deel II), in philosophischer Sicht (deel III).
Hij studeert summa cum laude af en wordt docent aan de theologische faculteit van Paderborn.
Kwaad uit angst
Drewermann verwerpt de geschiedkundige en moralistische uitleg van het zondevalverhaal, zoals die door de katholieke kerk wordt aangehangen. Voor Drewermann ligt in de dynamiek van de beschrijving en in de gebruikte mythische beelden de zeggingskracht en de betekenis van de teksten. De bijbelschrijver wil geen geschiedenis schrijven, maar hij wil vertellen hoe het kwaad tengevolge van de angst er in de mens altijd al is en zal blijven, tenzij de mens, door God geroepen, met innerlijk vertrouwen op weg gaat.
De mens is volgens de verhalen van Genesis 2 tot en met 11 een misleid wezen, dat door angst overvallen tot het kwade komt. De slang in het paradijs brengt vragenderwijs God in diskrediet door tegen Eva te zeggen: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ De slang insinueert hiermee, dat God een heerser is, die alles verboden heeft. In de verdediging van de vrouw is de angst al voelbaar: ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten, behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ De toegevoegde opmerking over het verbod van de aanraking van de boom is een subtiele uiting van de ontstane angst. Maar de slang ontkent dat de mens zal sterven en zegt: ‘Jullie zullen helemaal niet sterven. Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan, zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’ De mens wendt zich in zijn angst van God af en kiest in zijn zelfgenoegzaamheid een eigen weg. De angst verwijdert de mens van God en brengt hem tot een ingebeelde beheersing van zijn bestaan.
Schuld
In het tweede deel van Strukturen des Bösen laat Drewermann zien, dat de psychoanalyse met haar kennis van het onbewuste en de innerlijke drijfveren van de mens, bijdraagt aan het verstaan van deze oergeschiedenis. De hele oergeschiedenis brengt een ontwikkeling van het kwaad in de mensheid in beeld, die tegen de achtergrond van de angst ook in de persoonlijke ontwikkeling van kind tot volwassene is terug te vinden.
De psychoanalyse laat met name bij de ziektebeelden van de verschillende neurosen zien hoe angst en schuld de mens ziek maken en hem in de ellende storten.
Hoe kan het kwaad zich laten verklaren als iets dat wezenlijk en noodzakelijk tot ieder mens behoort, terwijl de schuld van de mens toch veronderstelt, dat hij vrij is om te kiezen tussen goed en kwaad? Om deze vraag te kunnen beantwoorden gaat Drewermann bij de filosofie te raden.
Kierkegaard
In het derde deel van Strukturen des Bösen onderzoekt hij wat de filosofen zeggen over de vrijheid van de mens en de noodzakelijkheid van het kwaad. Drewermann komt uit bij Sartre en zijn sociale existentiefilosofie. Een mens die zich in zijn angst voor de vrijheid en in zijn walging ten gevolge van de toevalligheid van zijn bestaan, geworpen voelt in het niets, probeert een onmogelijke godgelijkheid na te jagen. Hij zal zich niet anders tot zichzelf en anderen kunnen verhouden, dan de mensen in de verhalen van Kain en Abel en van Lamech en zijn vrouwen. Het is de angst, die een mens vervreemdt van zichzelf, verwijdert van de ander en naar macht doet grijpen om staande te kunnen blijven.
Bij Kierkegaard komt Drewermann ook het begrip vertwijfeling tegen. Kierkegaard ziet de mens als synthese van lichaam en ziel, hartstocht en verstand, eindigheid en oneindigheid en hij ziet hem als geest, het Zelf, het bewustzijn dat zich in gevoelens, gedachten, zorgen en herinneringen tot zichzelf verhoudt. Vertwijfeling is voor Kierkengaard iets algemeen menselijks en onvermijdelijks.
In zijn vertwijfeling voelt de mens zich machteloos, zijn vrijheid wordt tot innerlijke verdeeldheid. Door egocentrisme bindt de mens zich zo sterk aan datgene, waar hij van af wil, dat het leven elk perspectief verliest. In die geslotenheid kan de mens niet voor het goede kiezen. Het is aan het Zelf om zijn vrijheid te gebruiken en zich door een vertrouwen op een absoluut wezen, God, niet schuldig te maken aan de gevolgen van de angst. Zo krijgt de verantwoordelijkheid van de mens betekenis en doel.
Angst en vertrouwen
Drewermann haalt met zijn studie over de mythische verhalen uit het begin van de bijbel het begrip zonde uit de sfeer van het moralisme. Het is de angst die de mens tot het kwade leidt, als hij God de rug toekeert en hem in den blinde doet grijpen naar de macht om zich te kunnen handhaven in een vijandig leven ten koste van anderen. Alleen in vertrouwen op God kan de mens over de afgrond van de angst heen in liefde met zichzelf en zijn medemens in het menselijke bestaan gelukkig leven. Drewermann heeft hier het belangrijkste thema en uitgangspunt voor zijn verdere werk gevonden: angst en vertrouwen.
In het voorwoord van Strukturen des Bösen vergelijkt Drewermann deze uitgebreide studie met een Trojaans paard dat, eenmaal binnen de muren van de kerk, invloed zal uitoefenen op de leer en de moraal.
Symbolische taal
Met de dieptepsychologische methoden is Drewermann nu in staat om ook andere teksten te lezen, die door hun mythische en symbolische taal vreemd zijn geworden voor de moderne mens. Bijbelverhalen, maar ook sprookjes bevatten de taal van de dromen en de symbolen, die wortelt in de archetypische beeldenwereld van het onbewuste. In wezen gaan de sprookjes over de tegenstellingen en conflicten in de menselijke psyche.
In 1981 verschijnt als eerste uitgave Das Mädchen ohne Hände, dat in 1999 de 13e oplage beleeft. Het is het begin van een lange reeks boeken waarin meer dan 20 sprookjes dieptepsychologisch worden uitgelegd. In deze reeks hoort ook het bijbelverhaal over Jona in Und der Fisch spie Jona an Land (2001).
De samenleving
Drewermann komt als vegetariër en pacifist naar buiten. De vernietiging van het milieu en de verwoesting door het oorlogsgeweld gaan hem buitengewoon ter harte. Hij ziet dat er een nieuw mensbeeld nodig is en een visie, waarin de mens geen heersende rol speelt, maar als deel van de natuur wordt opgevat. Tegen de oorlog houdt hij een hartstochtelijk pleidooi voor de vrede, waarin hij pleit voor een nieuwe cultuur van menselijke betrekkingen.
Over het milieu en de oorlog schrijft hij in twee studies: Der tödliche Fortschritt. Von der Zerstörung der Erde und des Menschen im Erbe des Christentums (1981), waarin het antropocentrische en patriarchale mens- en wereldbeeld van de kerk mede als oorzaak van de toenemende verwoesting van de natuur wordt blootgelegd, en Der Krieg und das Christentum. Von der Ohnmacht und Notwendigkeit des Religiösen (1982)
In Die Spirale der Angst laat Drewermann zien hoe in het christendom door de morele onderdrukking van de driften de psychodynamiek van de angst wordt versterkt, zodat de agressie van mensen toeneemt en hen belemmert om vrede te zoeken.
De dieptepsychologie blijkt een bron, die op veel terreinen een stroom van inzichten geeft.
Theoloog en psychotherapeut
Ook op het terrein van de persoonlijke levensvragen is Drewermann nu in staat om met zijn kennis van de dieptepsychologie een visie op het menselijke gedrag en het menselijke streven te ontwikkelen. Hij kan nu ook zijn kritiek op de katholieke moraaltheologie verwoorden.
Drewermann is van mening dat een christelijke moraaltheologie alleen in samenwerking met de menswetenschappen van betekenis kan zijn in de ingewikkelde werkelijkheid van het menselijke bestaan. Als de mensen uit angst en dwang handelen is het niet mogelijk om een goede weg te vinden. Alleen door een herwonnen vertrouwen is men in staat een nieuw leven op te bouwen.
De moraal
Deze opvattingen en de kritiek op de katholieke moraaltheologie uit Drewermann in het driedelige werk Psychoanalyse und Moraltheologie (deel I Angst und Schuld; deel II Wege und Umwege der Liebe; deel III An den Grenzen des Lebens), dat verschijnt in de jaren 1982-1984.
Drie ideeën hebben, volgens Drewermann, de ontwikkeling van het christendom op dood spoor gebracht:
- het negeren van het onbewuste in de christelijke theologie;
- de eenzijdige verstandelijke benadering van de religiositeit en
- de verzelfstandiging van de moraalleer tegenover de geloofsleer.
Volgens Drewermann biedt een synthese tussen dogmatiek en psychoanalyse een heilzame weg. De psychotherapie is een wezenlijke bijdrage aan het pastoraat en de zielszorg. Tegenover het onheil van de angst staat het heil van het vertrouwen, dat genezing kan brengen.
De liefde, de dood
In het tweede deel schrijft Drewermann over de belangrijkste thema’s uit het menselijke leven: de liefde, de problemen door de projecties van gevoelens, wensen en angsten, huwelijk en echtscheiding, over homoseksualiteit en de noodzaak van een confronterende gesprekstherapie. Wetten en sancties kunnen hier geen hulp en verandering, geen bevrijding en genezing brengen. Een menselijke benadering met begrip en geduld, zoals Jezus tegenover de mensen laat zien, kan dat wel.
Drewermann spreekt in het derde deel over de grenssituaties van het leven: over de tragiek van de uitzichtloosheid bij suïcide, de existentiële onmacht bij de leugen, de innerlijke onstandvastigheid bij verslaving, over ouderdom en ziekte, over oorlog en religie.
De reacties op zijn werk van de kerkelijke leiders en van de moraaltheologen zijn inmiddels een stuk minder positief.
Exegese en dieptepsychologie
In 1984 verschijnt Tiefenpsychologie und Exegese Deel I. Die Wahrheit der Formen. Traum, Mythos, Marchen, Sage und Legende en aansluitend in 1985 Tiefenpsychologie und Exegese. Deel II. Die Wahrheit der Werke und der Worte. Wunder, Vision, Weissagung, Apocalypse, Geschichte, Gleinis. In deze twee delen beschrijft Drewermann hoe de dieptepsychologie een bijdrage kan leveren aan de uitleg van de bijbel. De bijbelverhalen bevatten de waarheid van een religieuze ervaring en vertellen wat de uiterlijke wereld van de feiten innerlijk betekent.
De gekozen vorm van het verhaal bepaalt de achtergrond voor een uitleg. Het maakt verschil of een mythe dan wel een wonderverhaal verteld wordt. Drewermann bespreekt elk genre en laat bijvoorbeeld zien, wat de exegese met betrekking tot de wonderverhalen van de sjamanen kan leren. Voor hem is de droom vooral van belang bij de uitleg van archetypische verhalen, zoals mythen en sprookjes. Verder gebruikt Drewermann voor het ontwikkelen van zijn inzichten de etnologie, de antropologie, de gedragswetenschap en de godsdienstgeschiedenis.
Verhaalvormen
Drewermann beschrijft ook een aantal methodische regels met een uitvoerige toelichting voor de dieptepsychologische uitleg van de verschillende verhaalvormen, zoals voor mythen, sprookjes, sagen, legenden en wonderverhalen. Daarbij geeft hij diverse voorbeelden, waaruit blijkt hoe vruchtbaar de dieptepsychologische exegese is voor het verstaan van de bijbelse verhalen, zoals bijvoorbeeld het uittochtverhaal van Israël, het verhaal van de maagdelijke geboorte van Jezus, de genezing van de bezetene van Gerasa en enkele visioenen uit het boek Openbaringen.
Inmiddels groeit binnen en buiten de kerk de belangstelling voor de opvattingen van Drewermann. Hij treedt op voor radio en tv; hij geeft lezingen en er verschijnen interviews en artikelen in de pers. Zijn boeken krijgen herdruk na herdruk. Hij blijft trouw aan zijn innerlijke motivatie om de mensen te helpen bij hun levensproblematiek, ook in zijn therapeutische praktijk.
Door zijn uitleg van de bijbelse verhalen geeft Drewermann de mensen het gevoel, dat zij weer grond onder de voeten krijgen en de problemen in het leven het hoofd kunnen bieden.
Zijn dieptepsychologische interpretatie van het kerstverhaal van Lukas verschijnt eind 1986 in de uitgave Dein Name ist wie der Geschmack des Lebens. Daarin mediteert Drewermann over de beelden van de maagdelijke geboorte van de koning in de betekenis van de oud-egyptische godsdienst, waarin de moeder van de farao op de dag van zijn troonsbestijging geprezen wordt als maagd.
Beelden van verlossing
In 1987 verschijnt Das Markusevangelium. Erster teil. Bilder von Erlösung, waarin de teksten van de evangelist Marcus over Jezus, op een pastorale wijze vanuit de dieptepsychologie worden uitgelegd. Voorbeelden uit zijn eigen therapeutische praktijk verduidelijken de verhalen van Marcus. Daarbij staat het kind als voorbeeld en symbool voor onze verhouding tot God in het middelpunt.
In de inleiding sluit Drewermann aan op zijn proefschrift, waarin de tragedie van het menselijk leven wordt omschreven als een onheilspellende existentie in het getto van de angst.
Marcus laat zien dat er uit dit getto een weg is naar de vrijheid in een nieuw bestaan, dat alleen in een absoluut vertrouwen op God bereikbaar is.
Drewermann concretiseert steeds de problematiek, die in de verhalen vervat is, en maakt de verlossende beelden doorzichtig tot in het eigen leven van de lezer. Daarbij schuwt hij niet kritiek te leveren op de zijn inziens verkeerde opvattingen van de kerk, die het bevrijdende karakter van het evangelie in de weg staan.
Het groeiend conflict
In gesprekken en in kerkbladen wordt vanuit de katholieke kerk uiting gegeven aan bezwaren tegen de openlijke steun, die Drewermann geeft aan mensen die gescheiden zijn of een abortus hebben laten plegen. De kritiek krijgt steeds meer een persoonlijk karakter. Achter de schermen wordt over een kerkelijk proces gesproken, maar het is nog onduidelijk wat er gaat gebeuren.
Op 20 juni 1986 brengt de aartsbisschop J. J. Degenhardt (1926-2002) een bezoek aan Drewermann en bij die gelegenheid zegt hij zonder verder commentaar: ‘Men leest in Rome uw boeken.’ In januari 1987 ontvangt Drewermann van zijn aartsbisschop een brief met een aantal vragen, waaronder de vraag: ‘Is voor u de schoot van de maagd Maria slechts een symbool?’
De tegenstellingen nemen toe en komen in de loop van 1987 verder in de publiciteit na het verschijnen van Tiefenpsychologie und keine Exegese. Ein Auseinandersetzung mit Eugen Drewermann door G. Lohfink en R. Pesch.
De schrijvers zijn nieuwtestamentici en actieve leden in de ‘Integrierten Gemeinde’ in München. Zij geven in de vorm van een strijdschrift hun reactie op de ontwikkelde hermeneutiek van Drewermann. Zij stellen in hun voorwoord: Exegese, die tot dieptepsychologie is gereduceerd, is esoterie.
Volgens zijn tegenstanders beoordeelt Drewermann de historisch-kritische exegese verkeerd. Zij vinden ook dat hij de dieptepsychologie ziet als middel voor alle kwalen. Met zijn nadruk op de droom van de individuele mens gaat Drewermann voorbij aan de eigenlijke plaats van de schriftuitleg, de kerkelijke gemeente. Met name de noties van het onbewuste en de therapeutische benadering behoren naar hun mening niet tot een theologische exegese.
Moderne gnosis
Drewermann reageert op het strijdschrift met “An ihren Früchten sollt ihr sie erkennen”. Antwort auf Rudolf Peschs und Gerhard Lohfinks “Tiefenpsychologie und keine Exegese”(1988). Hij constateert dat Pesch en Lohfink zijn eerder uitgegeven werk niet kennen. De kritiek van Drewermann op de huidige vorm van bijbelexegese is in wezen niet dieptepsychologisch maar theologisch gefundeerd, zoals uit zijn proefschrift blijkt. Het verwijt dat hij een soort zelfverlossingsreligie voorstaat, een moderne gnosis aanhangt en archetypische beelden onfeilbaarheid toekent, wordt door hem ontzenuwd. Hij strijdt niet voor een eigen ‘theologisch systeem’, maar biedt een therapeutische theologie.
In zijn nawoord laat Drewermann weten, dat het strijdschrift van Lohfink en Pesch geen wetenschappelijke discussie dient, maar past bij de gebruikelijke vorm waarmee de kerkelijke leiding een veroordeling van een schrijver pleegt voor te bereiden. Zijn integratie van psychologie en theologie wordt eerst in diskrediet gebracht om vervolgens tot een boycot over te kunnen gaan.
Lijdensgeschiedenis
Intussen is in 1988 het tweede deel van het commentaar op het evangelie van Marcus verschenen: Das Markusevangelium. Zweiter Teil. Bilder von Erlösung.
De lijdensgeschiedenis van Jezus, die Marcus beschrijft, laat een realistische benadering zien en mag volgens Drewermann niet leiden tot het ontwikkelen van een religieus masochisme, zoals in de kerk wel heeft plaatsgevonden. De weg van de vrouwen naar het graf wordt uiteindelijk tot een weg van hoop: de leer van de onsterfelijkheid vervult ons weliswaar met het verlangen naar de eeuwigheid, maar de boodschap op paasmorgen geeft ons reeds in dit leven vreugde en uitzicht.
Ondertussen groeit het conflict tussen Drewermann en kerkelijke leiders. Men laat echter het nemen van eventuele maatregelen over aan de aartsbisschop J. J. Degenhardt in Paderborn. Die voelt niet veel voor een lange procedure en hoopt dat Drewermann zelf zijn docentschap opgeeft.
In het najaar 1988 verschijnt Ich steige hinab in die Barke der Sonne. Meditationen zu Tod und Auferstehung. Deze meditaties over dood en opstanding gaan uit van verhalen uit de literatuur en van het thema onsterfelijkheid in de oude Egyptische religie. Ook behandelt Drewermann in dit boek de hoofdstukken 20 en 21 uit het Johannesevangelie.
Leer- en preekverbod
Direct na de verschijning van deze uitgave begint Drewermann aan een nieuw werk, dat het conflict tussen de kerkelijke leiding en Drewermann zal verscherpen en definitief in de openbaarheid zal brengen.
Tot nog toe heeft hij de psychologie gebruikt voor pastoraat en exegese, ten dienste van het geloof van de leken. Hij gaat nu verder en gebruikt de psychoanalyse om de structuur van de kerkelijke ideaalbeelden bij de geestelijken en de orde-zusters te analyseren.
In Kleriker, Psychogramm eines Ideals (1989) brengt Drewermann de psychische nood van de geestelijken en de ordenzusters aan het licht. Hij bestrijdt de onmenselijke dwang, die binnen de katholieke kerk heerst, door het opgelegde celibaat en de vereiste gehoorzaamheid aan de kerkelijke regels.
Het boek roept veel herkenning en positieve reacties op bij de geestelijken en het beleeft in één jaar zijn achtste druk. Maar er zijn ook mensen die zich beledigd voelen.
De kerkelijke leiding wil dat de aartsbisschop Degenhardt overgaat tot een procedure om Drewermann zijn leerbevoegdheid te ontnemen. Na een briefwisseling vindt er op 31 januari 1990 een gesprek plaats met Drewermann in het bijzijn van beider raadsmannen, de professoren A. Klein en P. Eicher. Het gesprek gaat over het boek Kleriker, maar ook de Mariologie, die Drewermann in dit boek niet behandelt, komt aan de orde. Degenhardt behoudt zijn bedenkingen. Hij geeft opdracht om een protocol van het gesprek op te stellen voor ondertekening.
Adhesiebetuigingen
Het protocol van het drie en half uur durend gesprek blijkt zo veel fouten, tekortkomingen en eenzijdige beweringen te bevatten, dat Drewermann het stuk herschrijft en aanvult. De ondertekening door de aartsbisschop blijft uit en er komt ook geen verder gesprek. Drewermann zoekt de openbaarheid en schrijft een open brief aan aartsbisschop Degenhardt in het weekblad Die Zeit.
Zijn raadsman P. Eicher schrijft een uitvoerige brief over de stand van zaken en de stijl van de bisschoppelijke aanpak in Publik-Forum. Er komen vele adhesiebetuigingen met het verzoek om een faire procedure, onder andere van de katholieke theologiedocenten van de universiteit in Paderborn.
Ook in het buitenland dringt de discussie door. Bij de Nederlandse uitgever Meinema in Zoetermeer verschijnt Beelden van verlossing (1990), een gedeeltelijke vertaling van Das Markusevangelium, Bilder von Erlösung.
Op 6 juli 1990 heeft er in het kader van een eventuele procedure tot een leerverbod een lang gesprek plaats in het bisschoppelijke paleis tussen Degenhardt en Drewermann, weer in het bijzijn van hun adviseurs, A. Klein en P. Eicher. Het zes uur durende gesprek over de openbaring van God, de menswording van Christus, de eed en de belofte van geestelijken en de onmogelijkheid van echtscheiding en het priesterambt, lijkt na afloop een wending in de zaak te brengen. Degenhardt laat weten, dat er door de uitvoerige discussie op verschillende punten verregaande overeenstemming blijkt te bestaan. Maar na ruim een jaar is het verslag van het opgenomen gesprek nog steeds niet door de deelnemers ondertekend, weer vanwege verschil van mening over de inhoud van het gemaakte verslag.
Het boek Der Klerikerstreit, Die Auseinandersetzung um Eugen Drewermann (onder redactie van Peter Eicher, 1990) geeft een overzicht van de strijd die Drewermann met de katholieke kerk voert.
Op 5 september 1991 stelt Degenhardt onverwacht zonder opgaaf van redenen Drewermann op de hoogte van het feit, dat hem niet alleen een leerverbod maar ook een schorsing als priester te wachten staat.
Kerkelijke leerbevoegdheid
De aartsbisschop wijst verdere verzoeken om voortzetting van de gesprekken af. Degenhardt ontneemt per decreet van 7 oktober 1991 Drewermann zijn kerkelijke leerbevoegdheid aan de theologische faculteit Paderborn.
De Franse bisschop Gaillot, die eerder uit het ambt is ontheven, betuigt hem zijn medeleven. De kerkelijke leiding laat niets van zich horen.
Op 23 december 1991 heeft het weekblad Der Spiegel een interview met Eugen Drewermann. Drewermann vertelt daarin over zijn strijd met de bisschoppen met betrekking tot de maagdelijke geboorte, opstanding, hemelvaart, het priesterambt en abortus. De Bijbelse beelden beschrijven geen historische gebeurtenissen, maar zij moeten symbolisch de kracht tonen, waardoor Jezus de mensen geneest en tot henzelf voert. In de opstanding geloven betekent God vertrouwen, dat zijn liefde tot over de dood heen reikt.
Uit het ambt
Drewermann wil priester blijven. Maar na dit interview volgt op 9 januari 1992, zonder voorafgaand proces, een preekverbod en ontheffing uit zijn ambt als hulpkapelaan van de parochie St. Georg in Paderborn. Het veroorzaakt in de kerkelijke gemeente veel onrust. Drewermann verklaart op 16 maart 1992, dat hij als teken van ontspanning zijn priesterambt laat rusten en genoegen neemt met de status van onafhankelijk schrijver. Maar de aartsbisschop ontheft hem op 24 maart 1992 uit zijn ambt en daarmee wordt Drewermann geschorst als priester in de katholieke kerk.
In Worum es eigentlich geht, Protokoll einer Verurteilung (1992) geeft Drewermann een nabeschouwing op het gesprek van 6 juli 1990, dat in zijn geheel is opgenomen. Verder volgen briefwisselingen, documenten en interviews met betrekking tot het conflict en de veroordelingen in de periode 1889-1992.
Intussen verschijnt het boek: Giordano Bruno oder Der Spiegel des Unendlichen (1992). Een roman over de gedachten van een man kort voor zijn terechtstelling, die als eerste geestelijke eind 16e eeuw de consequenties uit de ontdekkingen van Copernicus probeerde te trekken voor de kosmologie, de antropologie en de theologie. Hij zat acht jaar in de gevangenis van de roomse inquisitie en werd op 17 februari 1600 in Rome verbrand.
Een nieuwe fase
Drewermann spreekt in overvolle zalen, zoals in Erfurt, waar 2500 mensen in het evangelische Augustiner klooster en daarbuiten naar hem luisteren. In Frankrijk treedt hij met bisschop Jacques Gaillot op voor de televisie. Daar verdringt in 1993 de vertaling van Kleriker, Psychogramm einer Ideals de verschenen Wereldcatechismus van de eerste plaats op de bestsellerslijst.
Drewermann voorziet na het beroepsverbod in zijn eigen levensonderhoud door het schrijven van boeken. De preken over teksten uit het Matteusevangelie, die hij tot januari 1992 in de zijn parochiekerk in Paderborn heeft gehouden vormen de basis voor een nieuwe uitgave: Das Matthäusevangelium, Bilder der Erfülling (in drie delen, 1992-1995). In de inleiding van het eerste deel beschrijft Drewermann de zwaartepunten en de hoofdlijnen van het evangelie, waarbij opnieuw de noodzakelijkheid van een dieptepsychologische uitleg blijkt.
Het tweede en derde deel behandelen de wonderverhalen, de gesprekken met de kerkelijke leiders en de lijdensgeschiedenis.
In deze nieuwe fase van zijn leven ontstaan er twee sporen, tengevolge van het feit dat Drewermann na zijn schorsing twee vaste activiteiten kiest.
Hij gaat buiten de kerk verder met het preken in de Wortgottesdiensten, die op zaterdagavond in de aula van het Goerdeler Gymnasium in Paderborn worden gehouden. Daarnaast houdt hij op zaterdagmorgen wekelijks lezingen in een collegezaal van de Universiteit in Paderborn.
De zon en de bloemen
De preken en lezingen, die van te voren niet uitgeschreven zijn, worden door vrijwilligers opgenomen en later op schrift gesteld. Met deze werkwijze is het voor Eugen Drewermann mogelijk om kort na elkaar nieuwe boeken te doen verschijnen. Aan de ene kant bijbelverklaringen en aan de andere kant werken op theologisch gebied.
In de periode 1994- 2000 komen vijf boeken over de geschiedenissen en profeten uit het Oude Testament van de pers. De eerste uitgave is Ich lasse Dich nicht, Du segnest mich denn. Predigten zum 1. Buch Moses (1994) en de laatste is Gedanken des Friedens, nicht des Leidens. Die Botschaft des Propheten Jeremia (2000).
In de Wortgottesdiensten gaat Drewermann in 1999 over op een behandeling van de deugden en ondeugden. In 2001 verschijnt deze in boekvorm Ein Mensch braucht mehr als nur Moral. Űber Tugenden und Laster.
Drewermann probeert een nieuw begrip te vinden voor de mensen, die door ernstige beschadigingen hun eigenwaarde verloren hebben. Hier helpt geen moraal en mooie woorden. Alleen door vertrouwen dat onvoorwaardelijk geschonken wordt, is de mens in staat goed te zijn. Dit vertrouwen is, zoals Drewermann dichterlijk schrijft, als de zon voor de bloemen; het geeft energie, die van binnenuit de mens opricht.
De theologie van de menselijkheid
In de lezingen die Drewermann sinds 1992 op zaterdagmorgen in de Universiteit van Paderborn houdt, ontwikkelt hij een theologie, die de mens bevrijdt uit alle negatieve sferen van het leven. Het is een nieuw project, waarin hij zijn uitgangspunten formuleert en de theologie confronteert met de uitkomsten van de natuurwetenschappen. Voor hem zijn de dogma’s van de katholieke kerk hindernissen voor het geloof van de mensen. Drewermann komt tot een “antidogmatiek”, een theologie van de menselijkheid.
Het project begint met Glauben in Freiheit oder Tiefenpsychologie und Dogmatik – Dogma, Angst und Symbolismus (1993). Drewermann wil de kerkleer bevrijden van dwang en vervreemding door de beelden van het onbewuste en de angst van mensen serieus te nemen. Hij spreekt over het wezen van de religieuze ervaring en beschrijft de symbolen van de geborgenheid: water en hol, boom, berg en maaltijd, het spel en de initiatie en de heilige bruiloft, als antwoord op de vier vormen van angst (schizoide, depressie, dwangneurose en hysterie).
In 1996 verschijnt het tweede deel Jezus von Nazareth, Befreiung zum Frieden, Glauben in Freiheit. Hoe kan het gedrag van de “mens uit het stenen tijdperk” overwonnen worden door de boodschap van Jezus over Gods koninkrijk van vrede?
De theologie en de natuurwetenschappen
Vanuit deze theologie van de menselijkheid, gebaseerd op het spreken en handelen van Jezus van Nazareth, kiest Drewermann een nieuw onderzoeksveld. Hij wil het gesprek aangaan met de natuurwetenschappen en vraagt zich af: Heeft de theologie een antwoord op de beweringen van de moderne natuurwetenschappen over het ontstaan en de ontwikkeling van het leven?
Drewermann zal zich bij de confrontatie met deze wetenschappen tevens bezighouden met de theodicee, de leer over het bestaan en de macht van God. Zijn lezingen en zijn boeken krijgen daardoor een wetenschappelijk karakter. Drewermann beschrijft in een vijftal delen van de reeks Geloven in vrijheid de ontdekkingen en uitkomsten van de verschillende wetenschappen. Daarbij gaat hij de vragen die er rijzen met betrekking tot de traditionele kerkelijke opvattingen niet uit de weg. Gaandeweg ontwikkelt Drewermann een andere benadering van het spreken over de mens en over de relatie tot God, zoals Jezus van Nazareth dat in zijn optreden en spreken liet zien.
Achtereenvolgens verschijnen: Der sechste Tag – Die Herkunft des Menschen und die Frage nach Gott (1998); … und es geschah so – Die moderne Biologie und die Frage nach Gott (1999); Im Anfang … Die moderne Kosmologie und die frage nach Gott (2002) en Atem des Lebens – Die moderne Neurologie und die Frage nach Gott. Band 1: Das Gehirn (2006) en Band 2: Die Seele (2007). (Patmos)
Theologie en psychologie
Naast dit omvangrijke werk schrijft Eugen Drewermann ook over andere onderwerpen, waarbij theologie en psychologie een nadrukkelijke rol spelen.
In 2003 verschijnt Das Johannes Evangelium – Bilder einer neuen Welt (Band 1 en Band 2) en in 2004 Moby Dick oder Vom Ungeheuren, ein Mensch zu sein – Melvilles Roman tiefenpsychologisch gedeutet.
In de zomer van 2004 en 2005 houdt Drewermann over deze boeken achtereenvolgens een drietal voordrachten voor een breed publiek op de jaarlijkse conferentie in het vormingscentrum Burg Rothenfels.
Leven in vrijheid
Na zijn ontheffing uit het ambt van priester in 1992 wordt Drewermann in de Rooms-katholieke kerk ‘doodgezwegen’. In geen enkele parochie en kerk mag hij een lezing houden.
In 2005, op 65 jarige leeftijd, neemt Eugen Drewermann afscheid van de rooms-katholieke kerk. Hij ervaart deze stap als een bevrijding.
Met elan zet hij zijn werk ten dienste van zijn medemens en het religieuze leven voort, als theoloog, therapeut en schrijver. Hij zoekt naar wat de mens in deze moderne tijd bevrijdt van angst en geweld. Door middel van zijn lezingen, therapeutische hulp en uitgegeven boeken bereikt Drewermann een breed publiek, ook buiten het Duitstalig gebied.
Drewermann in Nederland
De mediahype die in 1990 in Duitsland was ontstaan over de ‘strijd’ tussen de aartsbisschop van Paderborn, Joachim Degenhardt, en Eugen Drewermann over diens uitspraken over de rooms-katholieke moraal en zijn dieptepsychologische Bijbelexegese, kreeg in die tijd ook veel aandacht in Nederland.
Er verschenen bij uitgeverij Meinema verschillende vertalingen, soms vier per jaar. Tussen 1990 en 2005 kwamen ruim 20 boeken van Drewermann op de markt.
Vooral zijn exegetisch werk was geliefd. Beelden van verlossing – een commentaar op het Evangelie van Marcus, kreeg zelfs drie herdrukken. Ook Drewermann’s methode van uitleg van Bijbelse teksten Dieptepsychologie en exegese (twee delen) is met veel belangstelling door predikanten en werkers in het kerkelijke veld ontvangen.
Buiten het kerkelijk erf krijgt Als de sterren goden waren …Moderne kosmologie en geloof. In gesprek met Jürgen Hoeren (Meinema/Pelckmans, 2005) ook aandacht. Het sluit aan op een van de delen uit Glauben in Freiheit, waarin Drewermann de theologie confronteert met de kosmologie.
Op universitair niveau wordt er in Nederland weinig aandacht besteed aan de verschillende boeken van Drewermann. Men vindt zijn exegese niet wetenschappelijk verantwoord en men ziet ervan af om zijn omvangrijke studies te lezen.
Toch zijn er een aantal studenten die hun theologische studie afsluiten met een scriptie over een van de thema’s uit het werk van Drewermann. In de praktijk van hun kerkelijke ambt blijkt de uitleg volgens Drewermann’s methode zeer vruchtbaar te zijn. Ook in het pastoraat biedt de menselijke benadering van Drewermann meer inzicht in de levensvragen van de gemeenteleden. In gesprekskringen in diverse gemeenten worden zijn boeken besproken, zoals bijvoorbeeld Jezus van Nazareth, dat de betekenis van het spreken en leven van Jezus voor het individu en de samenleving schetst.
Studiekring Drewermann Nederland
Enkele actieve gebruikers van het werk van Drewermann raken met elkaar in gesprek over het opzetten van een platform om tot een bredere bestudering van Drewermann’s theologie van de menselijkheid te komen en om deze theologie in Nederland meer bekendheid te geven.
Na de nodige voorbereiding wordt op 6 oktober 2007 in aanwezigheid van Eugen Drewermann de Studiekring Drewermann Nederland opgericht met een voordracht van Drewermann over ‘De Tien Geboden’.
Tijdens deze bijeenkomst wordt aan Eugen Drewermann het eerste exemplaar van het vertaalde boek De Tien Geboden – Tussen opdracht en wijsheid (Meinema/Pelckmans, 2007) aangeboden.
Deze inspirerende dag, die door vele belangstellenden wordt bijgewoond, is een stimulerend begin van de werkzaamheden van het bestuur de Studiekring.
De Studiekring Drewermann Nederland (SDN) stelt zich als doel het gedachtegoed van deze Duitse theoloog en psychotherapeut in de Nederlandse context te bestuderen en bekend te maken.
Jaarlijks worden er twee studiedagen gehouden en verschijnt er tweemaal per jaar een Nieuwsbrief (zie voor meer informatie: www.studiekringdrewermann.nl).
Contact met Drewermann
Onvermoeibaar werkt Eugen Drewermann verder aan de thema’s van zijn oeuvre.
Zo verschijnen er twee boeken over sprookjes: Von der Macht des Geldes oder Märchen zur Ökonomie (Patmos, 2007) en An den Grenzen der Medizin. Märchen von Heilung und Hoffnung (Patmos, 2008). Gevolgd door een prachtig uitgegeven boek met beeld en tekst, getiteld: Jesus von Nazareth. Bild eines Menschen (Patmos, 2008).
In 2009 brengt Patmos een omvangrijk commentaar van Drewermann uit op het Evangelie van Lucas: Das Lukas Evangelium. Deel 1 heeft 949 pagina’s en deel 2 telt 1004 pagina’s. Het commentaar is geschreven als een pastorale handreiking bij de bestudering van de teksten van Lucas. In de talloze voetnoten staan verwijzingen naar andere commentaren voor verdere bestudering. Het commentaar is geschikt voor dagelijkse meditatie en ter bemoediging van mensen in moeilijkheden.
Via de Nieuwsbrief van de SDN worden deze uitgaven nu ook bekend gemaakt in Nederland.
De band tussen de SDN en Eugen Drewermann wordt verstevigd door het directe contact, dat leden van het bestuur met hem hebben tijdens de jaarlijkse zomerconferenties in Burg Rothenfels, niet ver van Würzburg.
Op 3 oktober 2009 houdt de Studiekring Drewermann Nederland een symposium met het thema: ‘Heel de mens, het brein en de ziel’.
De hoofdspreker is Eugen Drewermann. Als inleider houdt dr. Pieter Medendorp (werkzaam aan de RUN) een lezing over de werking van het brein. Drewermann spreekt over de ‘ziel’ (n.a.v. zijn boek Atem des Lebens. De moderne neurologie und die Frage nach Gott. Band 2, Die Seele, Patmos 2007).
Tijdens deze vijfde studiedag van de SDN wordt door uitgeverij Kok het eerste exemplaar van Taal voor de ziel. Jezus’ bevrijdende verhalen (Kok, 2009) aan Eugen Drewermann uitgereikt. Het is en vertaling van Wer hat, dem wird gegeben, Patmos 2008.
Eugen Drewermann 70 jaar op 20 juni 2010
Rond de 70e verjaardag van Eugen Drewermann komen er in 2010 bij Patmos-Verlag een drietal boeken uit, die elk een overzicht geven van zijn werk en gedachtegoed:
- Das Eugen Drewermann Lesebuch
- Herausgegeben von Jörg Fündling und Heribert Körlings Voor het eerst zijn voor dit boek een groot aantal teksten gekozen uit het verzamelde werk van Eugen Drewermann (meer dan 70 boeken) over de actuele thema’s in zijn denken: de overwinning van de angst, het samenleven van mensen in liefde, vertrouwen en vrede, de omgang met het lijden en de helende kracht van de religie.
- Eugen Drewermann Wir glauben, weil wir lieben. Woran ich glaube
- In gesprek met Jürgen Hoeren verklaart Drewermann op openhartige wijze zijn eigen denken. Zoals bijna geen andere theoloog slaagt Drewermann erin de betekenis van het christelijk geloof in eenvoudige taal toegankelijk te maken.
- Matthias Beier Gott ohne Angst Einführung in das Denken Eugen Drewermanns
- Gott ohne Angst is de eerste grondige inleiding in het denken en het werk van Eugen Drewermann. Van de prachtige Bijbelcommentaren tot de nieuwste boeken over het hersenonderzoek – Matthias Beier weet op een boeiende wijze de lezeressen en lezers met het oeuvre van Drewermann vertrouwd te maken.
Verder wordt zijn 70e verjaardag gememoreerd in het radioprogramma ‘Redefreiheit’ van Radio Bremen. Het programma is sinds 2008 elke laatste zaterdagavond van de maand te beluisteren. Naar aanleiding van een gekozen thema worden enkele teksten uit verschillende door Drewermann gekozen boeken voorgelezen en door hem van een toelichting voorzien. In de daaropvolgende twee uren kunnen luisteraars vragen stellen, die door Drewermann uitvoerig en heel persoonlijk worden beantwoord. Vaak komen daarbij actuele onderwerpen uit de samenleving en de politiek ter sprake, die het radioprogramma een boeiend karakter geven.
Ook in Nederland verschijnt een uitgave ter gelegenheid van zijn 70e verjaardag: Eugen Drewermann – Over moed, mededogen en menselijkheid. Een bloemlezing van kernteksten. Samengesteld en ingeleid door Bert van der Woude (Meinema, 2010).
Bert van der Woude is voorzitter van de SDN.
Het bestuur van de SDN nodigt Eugen Drewermann uit om op 2 oktober 2010 naar Nederland te komen en als gast een minisymposium van de SDN bij te wonen.
Drs. Kees Bulens en dr. Manuela Kalsky spreken over zijn werk en gedachtegoed, over zijn exegese en pastorale theologie van de menselijkheid.
Als tastbaar geschenk ontvangt Drewermann de zo even genoemde uitgave met een feestelijke speech uit handen van uitgever Kees Korenhof (Meinema).
Contact met Matthias Beier
Het bestuur van de SDN heeft zich dikwijls afgevraagd of er niet een overzicht van de thema’s uit het oeuvre van Drewermann gemaakt kan worden. Maar zijn werk is zo omvangrijk, dat dit een langdurige studie zou eisen.
Het is dan ook zeer verrassend, dat er in Duitsland een inleiding op de theologie van Drewermann verscheen, namelijk het boek van Matthias Beier Gott ohne Angst. Einführung in das Denken Eugen Drewermanns, Patmos 2010.
Matthias Beier studeerde in Reutlingen (Dld) en in de VS, waar hij promoveerde op een dissertatie over werk van Drewermann, getiteld a Violent God-Image. An Introduction to the Work of Eugen Drewermann, continuum 2004.
Matthias Beier is theoloog en psycholoog. Hij is hoogleraar pastorale zorg en counseling aan het Christian Theological Seminary in Indianapolis/USA . Daarnaast is hij directeur van het Mental Health Counseling Program.
Na lezing van het boek Gott ohne Angst besluit het bestuur van de SDN Matthias Beier uit te nodigen voor een studiedag op 8 oktober 2011. Matthias Beier gaat op deze uitnodiging in en is bereid om naar Nederland te komen.
Het bestuur gaat aan de slag om te zorgen dat zijn Duitse uitgave voor die tijd in het Nederlands wordt vertaald. Uitgeverij Skandalon wil deze vertaling uitgeven, maar zij vraagt wel een garantstelling en het is kort dag. Het bestuur doet geen vergeefs financieel beroep op de leden en donateurs van de vereniging. En de vertaalster, Marja Nusselder, gaat voortvarend aan het werk. Het lukt haar om op tijd de vertaling bij de uitgever in te leveren. Op 8 oktober 2011 ligt het boek klaar voor de verkoop.
Op de studiedag spreekt Matthias over Religion as therapy for soul en society. Vooraf wordt hem door de voorzitter van de SDN, Bert van der Woude, het eerste exemplaar overhandigd van de vertaling Religie zonder angst en geweld. Hoofdlijnen van Eugen Drewermanns theologie van de menselijkheid, Skandalon 2011, (2e druk 2017).
Deze studiedag is voor de vereniging een enorme stimulans om haar activiteiten voort te zetten en zij kan met behulp van de inleiding van Matthias Beier het werk van Eugen Drewermann verder bestuderen en haar bevindingen uitdragen.
Matthias Beier stelt contact met de SDN zeer op prijs. Hij is bezig om het werk van Drewermann te archiveren en wil zijn internationale contacten verder uitbreiden.
Ook Eugen Drewermann heeft blijk gegeven van zijn verbondenheid met de SDN. Zo antwoordt hij in Wir glauben, weil wir lieben – Woran ich glaube op de vraag van Jürgen Hoeren over een netwerk: ‘Zo, zoals u het zou wensen en ik zelf soms ook, heb ik dat niet. Er zijn stellig zulke netwerken. Er zijn groepen die mijn boeken lezen en er is in Holland een studiekring, die sinds jaren mijn boeken bestudeert, waarvoor ik voordrachten houd om zijn werk te ondersteunen. Zoiets is er, en ik ben blij, dat die er is.‘
Het eerste lustrum van de SDN met nieuwe uitdagingen
De bovenstaande schets van het leven en werk van Eugen Drewermann laat duidelijk zien, dat de dieptepsychologie een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de exegese en de ontwikkeling van zijn gedachtegoed. De rode draad door heel zijn werk is angst en vertrouwen. Het brengt de lezer en hoorder tot een persoonlijke confrontatie met de weg en wijze van Jezus van Nazareth en biedt een bevrijdend perspectief.
In december 2011 verschijnt het tiende deel van Drewermanns commentaar op het werk van de vier Evangelisten: Die Apostelgeschichte – Wege zur Menschlichkeit, 2011 Patmos, 1200 pagina’s. Het boek leest als een roman en is een goudmijn voor de lezer.
Daarmee heeft Eugen Drewermann een levenswerk voltooid, dat in 1987 een aanvang nam met zijn toelichtingen op het Evangelie van Marcus: Bilder von Erlösung (twee delen). Het hele commentaar wijst een weg naar een leven zonder angst en geweld.
Het exegetisch werk van Drewermann biedt de theologen en de kerkelijk werkers in het pastoraat en de geestelijke hulpverlening inspirerende beschouwingen en praktische aanwijzingen voor een leven langs wegen van menselijkheid.
Verdere bestudering van de verschillende thema’s in de Nederlandse context zal vernieuwend kunnen werken in de theologische wetenschap en de pastorale psychologie. Hier ligt dus een bijzondere uitdaging voor de SDN, want de theologie kan in deze moderne tijd niet meer om de vragen heen, die de wetenschap voor de religie opwerpt. Het werk van Drewermann kan daarbij een nuttige ‘gesprekspartner’ zijn. Het geeft de mensen van deze 21e eeuw een nieuw verstaan van de religie.
Het eerste Lustrum van de SDN in 2012
Op 6 oktober 2012 is het eerste lustrum van de SDN. Eugen Drewermann zal de hoofd-spreker zijn op deze studiedag. Hij zal als ex-priester en theoloog spreken over Maarten Luther, rebel der genade.
De inleider is de Evangelisch-Lutherse predikant Klaas Touwen. Zijn bijdrage is getiteld: Luther in Nederland, een postmoderne lezing.
In het spanningsveld van de grote vragen van deze tijd wil het bestuur van de SDN met zijn leden en donateurs een bijdrage leveren voor eenieder die streeft naar een leven zonder angst en geweld.
Elk nieuw boek van Drewermann zal ons daarbij verder helpen, zoals het dit jaar verschenen werk Die Grossen Fragen oder: Menschlich von Gott reden, Patmos 2012.
Het is een boek dat lezeressen en lezers uitnodigt om hun eigen levenshouding opnieuw te doordenken aan de hand van de vragen over: angst – liefde – dood – leed – vrijheid – noodlot – macht – geweld – schuld – God – ziel- droom – Wat komt er van de wereld terecht en wat komt er van mij terecht?
Tenslotte vermeld ik nog Eugen Drewermann Geschichten gelebter Menschlichkeit oder: Wie Gott durch Grimm’sche Märchen geht, Patmos, 09/2012.
Het is het eerste en enige boek, waarin de godsvraag in een drietal sprookjes van de Gebroeders Grimm wordt behandeld. Het biedt een oriëntering voor het leven.
Het eerste lustrum is een duidelijke markering van de activiteiten en de positie van de Studiekring Drewermann Nederland met het oog op het belang van het werk en het gedachtegoed van Eugen Drewermann, ook voor de theologie en de pastorale praktijk in het Nederlands taalgebied.
Eugen Drewermann in de jaren 2013-2015
Na de voltooiing van zijn commentaar op de vier evangeliën in 2011 kijkt Drewermann terug op de jaren die achter hem liggen, de jaren van zijn studietijd en de jaren van zijn theologische strijd met de rooms-katholieke kerk.
Als student aan het gymnasium in Hamm heeft hij kennis gemaakt met de antieke mythen. Op gevorderde leeftijd beseft hij nu, dat hem toen veel onduidelijk is gebleven. Daarom probeert hij met zijn dieptepsychologisch gescherpte blik de verhalen te ontsluiten, bijvoorbeeld de beroemde mythe van Orpheus, die zijn geliefde Eurydice uit het dodenrijk probeert terug te voeren in het leven. Er zijn twee thema’s in deze mythen die door de eeuwen heen van zo’n grote betekenis zijn geweest, dat zij ook nu nog de moderne mens een spiegel kunnen voorhouden: de liefde en de dood.
Als priester en theoloog voerde Drewermann in de loop der jaren veel gesprekken over de verschillende onderwerpen uit de christelijke theologie. Verspreid over heel veel boeken zijn er kritieken en pastorale gedachten hierover terug te vinden. Drewermann beheerst grondig de stof van de systematische theologie. Terugkijkend besluit hij het dogmatische bouwwerk door te lopen om aan te tonen dat de hele architectuur van het leersysteem op de schop moet en vervangen kan worden door een existentiële uitwerking van de boodschap en het optreden van Jezus van Nazaret tot een theologie van de menselijkheid.
De antieke mythen en hun betekenis voor het leven
Zoals al zo vaak bij vorige boeken, werkt Drewermann zijn studie over de antieke mythen uit in lezingen die hij iedere zaterdagmorgen van 11.15 uur – 12.45 uur houdt in het winter- en zomersemester in de Universiteit van Paderborn. Het geheel resulteert dan in een boek. Overal in Duitsland houdt hij lezingen en ook op de jaarlijkse driedaagse conferentie in juli in Burg Rothenfels voor een gehoor van ongeveer 200 deelnemers. Op deze manier verschijnt in 2013 Liebe, Leid und Tod – Daseinsdeutung in antiken Mythen, Patmos, 717 Seiten. Drewermann maakt duidelijk hoe een dieper begrip van deze oude teksten ons in staat stelt de grote thema’s van ons leven – liefde, leed en dood – ook in het heden te verstaan.
Twee jaar later komt er een vervolg op dit werk uit: Grenzgänger – Rebellen, Frevler und Heroen in antiken Mythen, Patmos 2015. Sisyphos (stichter en koning van Korinthe) en andere rebelse helden en heldinnen worden door de goden gruwelijk bestraft in de onderwereld (Sisyphos moest tot het einde der tijden een rotsblok tegen een berg opduwen). Deze klassieke mythen over wraakzuchtige goden kenmerken ook de denkbeelden van veel mensen tot op de dag van vandaag. Daartegenover plaatst het christendom met de God van Jezus, de barmhartige Vader die in de vrijheid roept, een heilzaam tegenbeeld.
Drewermann laat in zijn boek met veel voorbeelden zien, hoe een mens met begrip, mededogen en vertrouwen in een absoluut Tegenover (God, Aart de Groot) de angst in zijn ziel kan overwinnen.
De ontsporing van de kerkelijke dogmatiek
Tussen de beide studies over de antieke mythen werkt Eugen Drewermann aan zijn beschouwing van de christelijke theologie.
Eerder heeft Matthias Beier een inleiding in het denken van Drewermann geschreven: Gott ohne Angst Einführung in das Denken Eugen Drewermanns. Deze is in het Nederlands vertaald onder de titel Religie zonder angst en geweld Hoofdlijnen van Eugen Drewermanns theologie van de menselijkheid. (zie boven)
Nu heeft Drewermann zelf de pen opgevat om zijn kritiek op de dogmatische leer van de kerk te beschrijven. In zijn boek Wendepunkte oder Was eigentlich besagt das Christentum, Patmos 2014, 541 Seiten, werkt hij uit wat religie, wat christendom eigenlijk is en voor mensen vandaag kan betekenen. Daarbij ploegt hij alles om: de scheppingsleer, de verlossingsleer en de andere thema’s van de christelijke dogmatiek, waarbij hij een beeld van God naar voren brengt, dat hij vindt in de verhalen over Jezus van Nazaret. Norbert Copray schreef in zijn recensie van juli 2014 in Publik-Forum: “Zijn werk Wendepunkte behelst een grandioze samenvatting van zijn omvangrijk oeuvre. Wat een werk is dit, wat een theologisch-geestelijke prestatie is het!”.
Dit boek verschijnt een jaar later, in oktober 2015, in een Nederlandse vertaling.
Ook mag niet onvermeld blijven, dat Eugen Drewermann van 2008 tot en met 2015 elke laatste zaterdagavond van de maand voor Radio Bremen in het programma ‘Redefreiheit’, met telkens een ander thema, vragen van luisteraars heeft beantwoord (m.u.v. in juli en augustus).
In een gezamenlijke uitgave van Nordwestradio en uitgeverij Patmos verscheen in 2013 Das Richtige im Leben tun Wie wir unseren Weg finden, Patmos. Dit boek – met een gevarieerde keuze van vragen en antwoorden – getuigt over de volle breedte van de pastorale en therapeutische bekwaamheid van Drewermann. Zijn antwoorden laten zien dat hij een invoelende zielzorger is, die het lukt om de soms eigenaardige en vreemde verhalen van mensen recht te doen. Tegelijkertijd weet Drewermann een dimensie bloot te leggen die verder reikt dan de individuele betekenis. Een boek dat in het eigen leven van de lezer ook inzicht en perspectief kan geven.
2015: Eugen Drewermann 75 jaar
Dit kroonjaar is aanleiding tot het uitgeven van verschillende boeken rond de verjaardag van Drewermann (20 juni 2015).
De uitgever van Patmos Verlag, Ulrich Peters, heeft een aantal teksten uit het oeuvre van Drewermann gekozen en bijeengebracht in het boek Das Wichtigste im Leben – Worte mit Herz und Verstand, Patmos 2015, 127 Seiten. In een tiental rubrieken zijn de elkaar aanvullende gedachten tot prachtige boeketten geschikt, die geur en fleur geven aan het leven, met het doel zichzelf te vinden en trouw te blijven.
De in USA wonende theoloog en psycholoog, Matthias Beier, die op een studie over het Godsbeeld bij Drewermann is afgestudeerd en in 2010 een inleiding schreef over het denken van Drewermann (zie boven), besluit ter gelegenheid van de 75e verjaardag van Drewermann een biografie van hem te schrijven: Matthias Beier Eugen Drewermann – Die Biografie. Het voorbereidend werk vraagt veel tijd en de omvang van het boek wordt uitgebreider dan gedacht. Het gevolg is dat deze biografie pas twee jaar later verschijnt. (zie verder)
Ook de Studiekring Drewermann Nederland schenkt aandacht aan het kroonjaar van Eugen Drewermann en geeft ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag een Nederlandse vertaling uit van het in 2014 verschenen boek: Wendepunkte oder Was eigentlich besagt das Christentum?Het vraagt een grote inzet van de vertalers ( Marja Nusselder, Bert van der Woude en Aart de Groot) en de nodige financiën om dit project te doen slagen. Maar met de medewerking van Uitgeverij DAMON komt het boek met de titel Keerpunten op tijd klaar, zodat het op de Studiedag van 3 oktober 2015 in Ede kan worden gepresenteerd en aangeboden aan Eugen Drewermann. Hij houdt vervolgens een lezing over de scheppingsleer en de christologie. Het hele programma maakt deze studiedag tot een feestelijke en leerzame bijeenkomst.
Wat maakt dit boek Keerpunten of Wat heeft het christendom werkelijk te zeggen? (2015 DAMON) zo belangrijk voor het gesprek over leven en geloven in Nederland? Drewermann stelt vanuit zijn gerijpte visie op religie en samenleving de juiste vragen om de ontsporingen in het christendom, in de loop van de christelijke jaartelling, duidelijk te maken: de verstarde historisering en zielloze dogmatisering van de christelijke geloofsleer en de verschrikkelijke gevolgen die dat met zich mee heeft gebracht voor mensen en instituties. Bij dit alles blijkt de dieptepsychologische exegese van de religieuze teksten door Drewermann een verhelderende rol te spelen. Het boek is voor elke theoloog en geïnteresseerde lezer een bron van kennis ten aanzien van de geschiedenis van de christelijke geloofsleer en het lezen van dit werk, dat geïnspireerd is door Jeremia en Jezus van Nazareth, is een verrijking van het innerlijk leven.
2016 – 2017: Drewermann kiest een nieuw onderzoeksveld: Kapitaal en christendom
Eugen Drewermann begint na zijn boeken over de Griekse mythen en sagen aan een uitvoerige studie van het kapitalisme. In de zomer- en wintersemesters van 2015-2017 houdt hij in de Universiteit van Paderborn doorlopend lezingen over het thema Kapital & Christentum. En zoals steeds verschijnen deze lezingen gaandeweg in boekvorm. Het wordt zelfs een trilogie. Terwijl hij nog schrijft, spreekt hij overal in Duitsland al voor volle zalen over dit onderwerp. Drewermann ontmaskert voor de mensen de neoliberale politiek en beschrijft het verwoestende systeem. Het gaat in de economische wereld niet meer om een menswaardig bestaan, maar om de vergroting van de winst. De mens wordt daaraan ondergeschikt gemaakt. Hij wordt gezien en behandeld als een productiemiddel.
Het eerste deel verschijnt in 2016: Geld, Gesellschaft und Gewalt, Patmos, 405 Seiten, met voetnoten, een uitgebreide verwijzing naar literatuur en een register van vermelde schrijvers.
Het tweede deel volgt in de tweede helft van 2017.
Met deze trilogie biedt Drewermann een omvattende analyse van het ontstaan en de werkzaamheid van het kapitalistische systeem. Buitengewoon gedetailleerd onderbouwd, worden de structuren en principes begrijpelijk en worden de uitwerkingen op de mens en het milieu goed zichtbaar. Zo komt er ruimte voor het zoeken van werkelijke oplossingen voor de problemen die door het kapitalisme zijn ontstaan.
Geld, Gesellschaft en Gewalt
Deel 1 schetst de enorme groei van de productie van allerlei waren sinds de industrialisering. Het gaat om de wet van de zogenaamde vrije markt: de maximalisering van de winst; het gaat om prijs en loon; het gaat om de afhankelijkheid van de ondernemer van de geldmiddelen van de kredietgever: van de banken en de aandeelhouders. Het systeem brengt een kloof tussen arm en rijk; het baseert zich op geweld en houdt zich staande door geweld.
Finanzkapitalismus
In deel 2 achterhaalt Drewermann de vraag, wat mensen met geld doen – wat het geld met mensen doen. Wat is dat eigenlijk: geld? En hoe wordt het tot kapitaal? Wat drijven de banken? Hoe werkt rente? Welke rol spelen financiële speculaties? Wat brengt ons ertoe winstbejag en geldzucht in het middelpunt van ons leven te plaatsen.
Pas als we begrijpen hoe het kapitalistische, economische systeem functioneert, wordt duidelijk hoe we ons uit de dans om het gouden kalf bevrijden kunnen.
Von Krieg zu Frieden
Deel 3 stelt de benarde vraag van onze tijd: Waarom oorlog? En hoe kunnen we die overwinnen? De voortdurende inzet van geweld tegen de natuur en de mens kan ons niet tot vrede brengen. Maar hoe is het mogelijk de staten te ontwapenen, de militaire bondgenootschappen op te heffen en de beslissing over lokaal niet oplosbare conflicten aan een onpartijdige arbitrale instantie te delegeren?
Eugen Drewermann’s overwegingen betreffen het wezenlijke probleem: Wat is werkelijk waard om in te geloven? Daar wordt pas duidelijk wat voor mensen wij zijn!
Uitgave van een biografie van Drewermann
In 2017 brengt Patmos Eugen Drewermann – Die Biografie uit, die geschreven is door Matthias Beier.
Wat is het bijzondere aan Drewermann, dat hij ondanks alle weerstanden van de ambtelijke kerk met zijn gedachten al jaren lang talloze mensen raakt en bemoedigt om in menselijkheid te leven? Matthias Beier kent niet alleen het werk van Drewermann als geen ander. Het verrassende portret dat hij geschetst heeft, laat ook zien wie de mens Eugen Drewermann is en het brengt de lezer tegelijkertijd naar het centrum van Drewermann’s denken. Het is een lezenswaard, zeer gedegen en van tijd tot tijd spannend boek van 518 pagina’s.
REFO 500, herdenking vijfhonderd jaar Reformatie
Terwijl Drewermann aan zijn trilogie Kapital & Christentum werkt, verschijnt er in het kader van de herdenking van 500 jaar Reformatie bij Uitgever Herder een boek in de vorm van een uitgebreid interview met Eugen Drewermann over Luther door Jürgen Hoeren: “Luther wollte mehr” Der Reformator und sein Glaube, Verlag Herder, 2. Auflage 2017, 320 pagina’s.
In Duitsland wordt Drewermann wel de ‘moderne‘ Luther genoemd. Ook hij heeft, in deze tijd, stelling genomen ten aanzien van de leer van de rooms-katholieke kerk en het moreel handelen van de geestelijkheid.
Drewermann (1940) herinnert zich van zijn vader – hij was evangelisch (luthers) – de uitspraak: ‘Luther was een echte kerel’. Hij bedoelde daarmee dat Luther een sterk karakter had en voor zichzelf kon instaan. Wat zijn vader niet wist over te dragen, leerde Drewermann van zijn moeder: een mens kan slechts staande blijven in het leven als er op de achtergrond een vertrouwen is dat mensen bevrijd van zijn eigen angst, hen niet langer afhankelijk laat zijn van vreemde autoriteiten. Godsvertrouwen en zelfvertrouwen zijn daarbij één.
Het 2e lustrum van de Studiekring Drewermann Nederland (SDN)
Op 7 oktober 2017 viert de vereniging SDN haar 2e lustrum. Eugen Drewermann is aanwezig. Hij houdt een lezing over Maarten Luther, zijn betekenis voor de moderne mens: ‘Luther wollte mehr!”
Ook anno nu is religie van levensbelang om als een vrij en karaktervol mens te kunnen leven.
Drewermann ziet voor deze tijd een grote rol weggelegd voor de dieptepsychologische benadering van de religieuze teksten en van de onbewuste spanningen in het menselijke handelen. Daarbij is hij ervan overtuigd dat niet de moraal maar de onvoorwaardelijke liefde de weg opent en begaanbaar maakt tot medemenselijkheid en verandering van het maatschappelijk leven in eigen land en in heel de wereld teweeg brengt.
In de komende tijd zal het bekend maken van het gedachtegoed van Eugen Drewermann over religie, mens en samenleving de activiteiten van Studiekring blijven bepalen.
Ter gelegenheid van dit tweede lustrum geeft het bestuur van de SDN in eigen beheer een boek uit: Drewermann op de Veluwe, zes toespraken van Eugen Drewermann waaronder de lezing over Maarten Luther (opgetekend, vertaald en bewerkt door Mar van der Velden).
2018-2019: … eindelijk erkenning?
Na de verschijning van zijn uitgebreide studie ‘Kapital und Christentum’ (zie boven) zet Eugen Drewermann zijn werkzaamheden als schrijver, spreker en therapeut onverminderd voort. Hij keert terug tot zijn ‘hobby’: de dieptepsychologische uitleg van sprookjes van Grimm. Hij geeft verschillende interviews, houdt lezingen op tal van plaatsen in binnen- en buitenland en verleent kosteloos psychotherapie.
Vredesprijs voor Eugen Drewermann
Op 30 januari 2018 wordt aan Eugen Drewermann de Bautzner Friedenspreises 2018 uitgereikt.
https://www.bautznerfrieden.de/was-wir-tun/bautzener-friedenspreis/friedenspreis-2018/
Nieuwe uitgaven over sprookjes
Eugen Drewermann heeft zich al vele jaren intensief in de wijsheid van sprookjes verdiept, in het bijzonder in de sprookjes van de Gebroeders Grimm voor het hele gezin. Zijn lezingen over deze sprookjes in de Universiteit van Paderborn worden opgenomen in twee bundels.
Wenn mir’s nur gruselte! – Von Angst und ihrer Bewältigung: de dieptepsychologische uitleg van de volgende drie sprookjes:
- Von einem, der auszog, das Fürchten zu lernen;
- Das tapfere Schneiderlein Het dappere snijdertje (zeven in één klap);
- Die Eule.
Zijn uitleg wil ons duidelijk maken wat angst opheft. ‘De angst die ons overvalt, gaat het diepst als wij merken wat het betekent mens te zijn, de angst om geestelijk te existeren als enkeling, in vrijheid voortgaand tussen tijd en eeuwigheid. … In wezen lost de angst alleen op in vertrouwen, maar daarvoor is er een zeker religieus houvast nodig. Zo’n steun in het Absolute laat zich niet voorschrijven. De angst wordt evenwel zichtbaar in wat er gebeurt als zo’n houvast ons ontbreekt.
Wij zullen dan de angst verdringen of anderen angst aanjagen of de veronderstelde angstbronnen proberen uit te schakelen. In ieder geval vinden wij nooit onszelf, komen wij nooit nader tot de ander en zullen nooit rust vinden.’
Wer bin ich? – Von Not und Gier, de interpretatie van vier ‘Kinder- und Hausmärchen’ van Grimm:
- Der Fischer und syne Frau;
- Von dem Mäuschen, Vögelchen und der Bratwurst;
- Strohhalm, Kohle und Bohne;
- Die Geschenke des kleinen Volkes.
Deze sprookjes schilderen mensen of wezens die met zichzelf en hun leven eigenlijk wel tevreden kunnen zijn, maar het in wezen toch niet zijn. Drewermann gaat de oorzaken daarvan grondig na. Een van de oorzaken is begeerte.
Twee interviews met Drewermann in boekvorm
In Das Geheimnis des Jesus von Nazareth (Patmos) beantwoordt Eugen Drewermann vragen van jonge mensen: ‘Hoe moeten wij ons een kruisiging 2000 jaar geleden voorstellen?’, ‘Is de Bergrede niet een heilloze uitdaging, slechts na te leven door een paar supervromen?’, ‘Wat betekenen maagdelijke geboorte en zoon van God?’ , ‘Hoe kunnen wij de wonderverhalen begrijpen?’en ‘Als Jezus in deze tijd de kerk zou zien, wat zou hij tegen haar zeggen?’ Het zijn vragen van leerlingen van het Gymnasium Remigianum in Borken, die Martin Freytag aan Drewermann heeft voorgelegd.
In het voorwoord van Gestalten des Bösen Der Teufel – ein theologisches Relikt (Herder) schrijft Eugen Drewermann: ‘Uit een gesprek over het kwaad en het veelvoud van zijn voorstellingen en verschijningsvormen groeit zo een nadenken over angst en agressie, vertwijfeling en geloof, kwetsbaarheid en ontkenning, toevalligheid en zoeken naar het gerechtvaardigd zijn van het bestaan; over biologie, sociale psychologie en psychoanalyse; over de theologische leer van erfzonde en verlossing, over de kerkelijke dreiging met de hel en de christelijke hoop op de hemel. … Doel en betekenis van dit interview is dat vertrouwen groeit waar angst heerst totdat er geen ‘duivel’ meer bestaat en God alleen intocht houdt in onze ziel.’
Het zwijgen over Drewermann doorbroken
In september 2018 is er een nieuwe bisschop in Hildesheim/Duitsland aangesteld: Heiner Wilmer, die al spoedig aandacht trekt vanwege zijn standpunt ten aanzien van seksueel misbruik in de kerk. De Kölner Stadt-Anzeiger, d.d. 14-12-2018, brengt in een interview met bisschop Wilmer het onderwerp ‘machtsmisbruik’ in de R. K. kerk ter sprake. Bisschop Wilmer noemt daarin Eugen Drewermann een profeet op grond van zijn analyses in het boek Kleriker en in het driedelige werk Strukturen des Bösen.
Uit het interview:
„Wir werden den Glauben an die „heilige Kirche“ in Zukunft nur noch dann redlich bekennen können, wenn wir mit bekennen: Diese Kirche ist auch eine sündige Kirche. … und zur Kenntnis nehmen, dass es „Strukturen des Bösen“ in der Kirche als Gemeinschaft gibt.
Der Theologe Eugen Drewermann hat dazu schon vor 40 Jahren eine gleichnamige Trilogie geschrieben. Ich habe das alles gelesen. Heute muss man sagen, es war prophetisch. Genau wie Drewermanns Buch „Kleriker. Psychogramm eines Ideals“. Eugen Drewermann ist ein von der Kirche verkannter Prophet unserer Zeit.“
In de Duitse pers zijn er verschillende reacties verschenen op het interview van bisschop Wilmer. Zie de homepage met de links naar de interviews met de uitspraken van Heiner Wilmer, de reactie van Eugen Drewermann en het artikel op https://www.katholisch.de/artikel/20230-drewermann-bischof-wilmer-soll-sich-nicht-einschuechtern-lassen
En plotseling staat het werk van Drewermann weer in de belangstelling en verschijnt er een heruitgave van Kleriker – ‘Psychogramm eines Ideals’ met een actueel voorwoord van Eugen Drewermann, Verlag topos plus, februari 2019 dertig jaar na de eerste druk in 1989. Destijds was dit boek de aanleiding om de ‘procedure’ tegen Drewermann te beginnen, die leidde toe zijn schorsing als priester, 25 jaar na zijn inwijding in 1966.
Drewermann kiest een nieuw werkveld
Eugen Drewermann begint eind 2018 met een serie lezingen over een nieuw thema: Christentum und das Strafrecht. Deze studie zal in de volgende semesters worden voortgezet. De lezingen vinden zoals gewoonlijk plaats in de Universiteit van Paderborn.
Preis der Internationalen Hermann-Hesse-Gesellschaft
In de loop der jaren is Dr. Eugen Drewermann al dikwijls met gerenommeerde prijzen onderscheiden voor zijn werk. Daar komt nu deze literaire prijs bij. Op 13 mei 2019 ontvangt Eugen Drewermann de ‘Preis der Internationalen Hermann-Hesse-Gesellschaft‘ in de Hirschauer Kursaal.
Bij de prijsuitreiking geeft de president van het genootschap, professor Karl-Josef Kuschel, uitdrukking aan het feit dat Eugen Drewermann zich in toespraken en essays verdienstelijk heeft gemaakt door uitleg en actualisering van het werk van Hermann Hesse. Of zoals de prijswinnaar het zelf uitdrukt: “Ein Hesse-Preis ist eine Ehre, die empfangen darf, wer Hesse ehrt.”
Ter gelegenheid van de uitreiking van deze prijs verschijnt in september 2019 een uitgave met drie essays van Drewermann over het werk en leven van Hermann Hesse.
(zie voor meer informatie over de zes boven genoemde boeken de link https://drewermann.nl/category/recent-verschenen/)
Complete vertaling van Das Markusevangelium Bilder von Erlösung
het bestuur van SDN neemt na de nodige voorbereiding in 2018 het besluit tot de uitgave van een Nederlandse vertaling van het tweedelige commentaar van Eugen Drewermann op het Marcusevangelie.
Dit ‘Vertaalproject SDN 2018-2020’ is mogelijk door de inzet van een vertaalteam, de ondersteuning van medewerkers van de PThU in Amsterdam, van uitgeverij Skandalon en van fondsen en particulieren. Aart de Groot is initiatiefnemer en projectleider. Het streven is de vertaling ter gelegenheid van de 80e verjaardag van Eugen Drewermann tijdens een symposium te presenteren. Dit symposium zal plaats vinden in de Westerkerk te Amsterdam op vrijdag 2 oktober 2020 en daarbij zal Eugen Drewermann aanwezig zijn, zoals hij op deze plaats in oktober 1990 de presentatie van Beelden van verlossing (Meinema) door Ds. Nico ter Linden (1936-2018) bijwoonde.
Ten gevolge van de verscherpte coronamaatregelen kan in Nederland het geplande symposium met de presentatie van de Nederlandse vertaling van Drewermanns commentaar op het Marcusevangelie ter gelegenheid van zijn 80e verjaardag op 2 oktober 2020 in de Westerkerk te Amsterdam geen doorgaan vinden. Voor de 160 aangemelde deelnemers en alle betrokkenen bij de uitvoering (PThU, Skandalon en SDN) is dit een grote teleurstelling. Niet in de laatste plaats voor Eugen Drewermann die bereid was om naar Nederland te komen voor dit symposium en de presentatie van de Nederlandse vertaling: Eugen Drewermann Wegen naar menselijkheid Dieptepsychologische lezing van het Marcusevangelie, Skandalon 2020. Het boek is verschenen … dat moet Drewermann zien.
Op 2 oktober 2020, de dag van het afgeblazen symposium, reizen Bert van der Woude, voorzitter van de SDN, en Aart de Groot, projectleider van het ‘Vertaalproject SDN 2018-2020’, af naar Paderborn om Eugen Drewermann de Nederlandse vertaling van zijn Marcus-commentaar te overhandigen. Hij is zichtbaar verrast door deze ‘eenvoudige’ presentatie bij hem thuis en hij is heel dankbaar voor de vertaling van zijn commentaar: “Dit is de eerste keer dat het volledige commentaar op Marcus uit het Duits is vertaald!”
De invloed van de coronapandemie
De wereldwijde uitbraak van het coronavirus (Covid-19) in 2019 en de maatregelingen van de overheden hebben ook in Duitsland en in Nederland op alle terreinen van het maatschappelijke en persoonlijke leven grote gevolgen. Evenementen en bijeenkomsten worden verboden met het oog op besmetting. Drewermann spreekt van een zekere hysterie. In zijn Osterbotschaft 2020 (deze paastoespraak is door Matthias Beier op Facebook gezet) geeft hij een persoonlijke mening. Zijn therapeutische praktijk gaat in overleg gewoon door.
Het Sommersemester 2020 in de Universiteit van Paderborn met Drewermanns lezingen over het thema ‘strafrecht en christendom’ wordt geannuleerd. De driedaagse Tagung in Burg Rothenfels in juli 2020, waarvoor jaarlijks ongeveer 200 mensen zich aanmelden, gaat niet door. Ook de Tagung in 2021 komt te vervallen.
Wel verschijnen er in 2020 drie boeken van Drewermann:
- Eugen Drewermann Die Stunde des Jeremia Für eine Kirche die Jesus nicht verrät,Eugen Drewermann in Gespräch mit Michael Albus, Patmos 2020. ISBN 978-3-8436-1250-0, 14×22, 208 S., € 20 (in juli 2020).
- Eugen Drewermann Richtet nicht! Strafrecht und Christentum, Teil I Vergangene Gegenwart, Patmos 2020, ISBN 978-3-8436-1214-2, 14×22, ± 512 S., € 42 (in augustus 2020).
- Eugen Drewermann An der Quelle des Lebens, Worte mit Herz und Verstand,Patmos 2020. ISBN 978-3-8436-1247-0, 12×19, ± 128 S., € 15 (in augustus 2020)
Het Wintersemester 2020/2021 vindt wel doorgang, maar in een andere vorm. Eens in de veertien dagen is op zaterdag een zoomvideo te beluisteren via het Drewermann Kanal op You Tube. Drewermann vervolgt daarin zijn reeks lezingen over het thema Strafrecht & Christentum. Het heeft een voordeel: nu kan een veel groter aantal mensen kennisnemen van zijn beschouwingen.
In februari 2021 verschijnt: Eugen Drewermann/Martin Freytag Gott, wo bist du? – Eugen Drewermann antwortet jungen Menschen, Patmos Verlag 2021 (172 pagina’s).
Dit boek heeft evenals zijn voorganger Das Geheimnis des Jesus von Nazareth (Patmos 2. Auflage 2019) de vorm van een uitgebreid interview en is eveneens tot stand gekomen door vriendschappelijke verbondenheid van Eugen Drewermann met het gymnasium Remigianum in Borken (Münsterland). De vragen die Eugen Drewermann in het interview beantwoordt, hebben leerlingen gesteld in de lessen van het godsdienstonderwijs. Hun leraar Martin Freytag heeft de vragen van de jongeren op een rijtje gezet en plaatsvervangend aan de auteur voorgelegd.
In het najaar 2021 verschijnt bij Patmos het 813 pagina’s dikke
‘Richtet nicht! Strafrecht & Christentum Band 2, Gerichtsvorstellungen vom Mittelalter bis in die Neuzeit, het verwachte vervolg op Richtet Nicht deel 1.
In het Wintersemester 2021-2022 zet Drewermann zijn reeks lezingen over Strafrecht en Christendom online voort. Via het ‘Drewermann Kanal’ op YouTube zijn deze lezingen nog te volgen.
De video van Drewermanns ‘Nieuwjaarstoespraak 2022’ op uitnodiging van de Max-Otto-Bruker-Stiftung in Lahnstein (met 300 000 kliks) krijgt onverwachts veel aandacht door een kritisch artikel van Matthias Drobinski in Publik-Forum Nr. 4 | 2022: Eugen Drewermann is bij de radicale tegenstanders van de coronavaccinatie terechtgekomen en hij heeft als een van de eersten het ‘Neuen Krefelder Appell’ van november 2021 ondertekend (de NAVO is een groot gevaar).
Matthias Beier, leerling van Eugen Drewermann, reageert met een video en een interview met Drewermann. Ook Drewermann reageert op de aantijgingen. In Publik-Forum Nr. 6 | 2022 verschijnt zijn weerwoord: niet waar hij iets zegt, maar wat hij zegt, moet onderwerp van bespreking zijn. Drewermann volgt onveranderd de radicale weg, die Jezus van Nazaret is gegaan, zonder angst en geweld, beschreven door de evangelisten.
De grootschalige aanval van Rusland op Oekraïne in de vroege morgen van 25 februari 2022 gaat als een schok door de Europese landen en over de wereld. In Duitsland spreekt men van een ‘Zeitenwende’, opnieuw breekt er een oorlog uit, die nu eist dat de NAVO actie onderneemt. Het ‘nooit meer oorlog’ is een lege huls geworden. Ook Duitsland steunt de strijd van Oekraïne tegen Rusland. Voor Eugen Drewermann is deze oorlog een verschrikking. Als pacifist spreekt hij zich uit voor vredesoverleg. Op verschillende plaatsen wordt hij gevraagd om toespraken te houden en interviews te geven.
In het Sommersemester 2022 vervolgt Drewermann zijn online lezingen over Strafrecht en Christendom, die op het Drewermann Kanal aangeklikt kunnen worden om te beluisteren. Met deze serie lezingen voltooit hij zijn trilogie Richtet nicht!, waarvan het derde deel in mei 2023 verschijnt: Strafrecht & Christentum, Von der Gegenwart zur Neuzeit. In deze lezingen betrekt Drewermann nu en dan ook de oorlog in Oekraïne. Er moet een einde komen aan de onmenselijkheid, dat mensen medemensen doden. Wat betreft het straffen moet er plaats gemaakt worden voor therapeutische hulp en perspectief op een nieuwe toekomst voor de delinquenten. .
Het is dan ook niet zo vreemd dat Eugen Drewermann in het Wintersemester 2022-2023 voor zijn lezingen onderwerpen kiest uit het Matteüsevangelie, waarbij de Bergrede een weg wijst naar vrede. Vanaf 15 oktober 2022 tot 4 februari 2023 bespreekt Drewermann iedere zaterdag om 11:15 uur een thema met als rode draad de goddelijke uitspraak: ‘Barmhartigheid wil Ik, geen offers.’
Aansluitend verschijnt van Drewermann in 2023 over deze thematiek bij Patmos het 286 pagina’s tellende boek:
Nur durch Frieden bewahren wir uns selber Die Bergpredigt als Zeitenwende.
Dit boek wordt momenteel in het Nederlands vertaald door Bert van der Woude en zal tijdens de Studiedag van de Studiekring Drewermann Nederland op 5 oktober 2024 in aanwezigheid van de heer Drewermann gepresenteerd worden.
Sinds de inval van Rusland in Oekraïne is Drewermann ook dikwijls gevraagd om over deze desastreuze situatie te spreken en interviews te geven, die op You Tube zijn de beluisteren (Drewermann Kanal). Ik noem slechts twee voorbeelden.
Op 1 juni 2022 houdt Eugen Drewermann in de Humboldt Universiteit in Berlijn tijdens het congres van de Duitse Vredesbeweging met het thema: ‘Zonder Nato leven – ideeën over vrede’, de toespraak ‘Rede gegen den Krieg’.
In Manova-news verschijnt begin oktober 2023 een interview van Walter van Rossum met Eugen Drewermann: ‘Den Friede wieder lernen’. Dit interview is te beluisteren op internet: ‘interview monova mit eugen drewermann’.
Drewermann blijft voor lezingen ook verder gebruik maken van het Drewermann Kanal op You Tube. Voor het Sommersemester 2023, dat begint op 15 april 2023, kiest hij als thema: ‘Sprookjes als therapie’. Met behulp van de dieptepsychologische uitleg van veertien sprookjes van Gebroeders Grimm maakt Drewermann gedurende veertien zaterdagen, tot 15 juli 2023, een groot aantal psychische problemen voor de luisteraars duidelijk. Het is een leerzame belevenis om de ‘waarheid’ van sprookjes te doorzien. Het begint met het sprookje ‘Der Schneider wollte zu Himmel kommen’ en het semester eindigt: ‘Der Gevatter Tod Fundevogel’.
In het Wintersemester 2023-2024 neemt Drewermann voor elke uitzending een ‘bevrijdingsverhaal’ tot onderwerp van zijn bespreking. Hij begint op 21 oktober 2023 met een toelichting op deze verhalen’, die in de Evangeliën meer bekend zijn als ‘genezingsverhalen’. Dat roept vragen op. De wereld is verlost! Hoezo? Jezus is gedood, terwijl hij verlossing wilde brengen! Hoe kunnen we het perspectief op de verhalen veranderen? Dat zullen de verhalen zelf ons vertellen. Wij kunnen alleen maar leven door de ‘macht’ die ons gewild en liefheeft. God heeft het ‘stof’ genomen en tot ‘leven’ gebracht! Is Jezus de therapeut die geneest? Wat speelt zich in een mens af? Waardoor komt hij/zij weer tot ‘leven’? Drewermann gaat uitvoerig op deze aspecten in en laat zien dat Jezus de mensen door liefdevolle aandacht het leven teruggeeft. Na de inleiding begint de reeks lezingen op de tweede zaterdag met het verhaal uit Mc 2,1-12: De genezing van de verlamde. De reeks eindigt op 17 februari 2024 met het verhaal over de ‘opwekking van Lazarus’ (Joh. 11:1-46).
Aart de Groot