Eugen Drewermann
Von einem Neuanfang in Gottes- und in Menschenliebe
Grimms Märchen tiefenpsychologisch gedeutet
2024 Patmos Verlag
ISBN 978-3-8436-1532-7
208 pagina’s
€ 24,-
De vertaling van de achterzijde van dit boek
“Zou het kunnen zijn dat ons leven dodelijk verziekt is, omdat wij het gevoel hebben er niet te mogen zijn, zoals wij zijn? Wij voelen ons te klein, te onmachtig en onrijp, daarom willen wij zo groot en sterk en machtig en perfect zijn als maar mogelijk is. De wereld die wij daarmee oproepen, zit vol geweld, gevoelloosheid en hebzucht. Dat zou allemaal niet zo moeten zijn, vindt het sprookje van Grimm over ‘Het water des levens’.
Het sprookje schildert ons ‘Ik’ als een ‘Koning’, die niet meer weet hoe het verder moet. Hij zou nog eens helemaal opnieuw moeten beginnen in een leven dat heel anders is dan tot nu toe. Hij leert in de ‘Kleine’ zich niet langer meer te verachten, maar hij laat door het ‘Kind’, dat hij nooit mocht zijn, zich een weg wijzen voor zijn redding. In de figuur van zijn jongste zoon gaat hij het betoverde slot van zijn ziel binnen en leert lief te hebben. Hij komt in het bezit van een ‘zwaard’, dat een einde maakt aan de conflicten door te bemiddelen in plaats van door te strijden. En hij stilt zijn honger door brood dat meer wordt als hij het deelt. Fantasterijen …? Nee, juist niet! Het is veel meer een oproep en aanleiding tot een dringend noodzakelijk omkeer in het leven. Betekenisvoller kan een sprookje niet zijn, dan dat het in het beeld van het water des levens ons helpt om tot ons zelf en tot God terug te keren.”
Eugen Drewermann
vertaling: Aart de Groot